Ex-varkenshouder maakt doorstart met Zalmboerderij Maashorst

Stoppen? Daar was varkenshouder John Wijdeven (54) nog totaal niet mee bezig. Hij draaide technisch bést, met zijn zesduizend vleesvarkens. Toch heeft hij meegedaan met de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (SRV) kortweg de saneringsregeling.John schakelt nu van varkens over naar vissen: op het erf van de Udenaar verrijst binnenkort de eerste indoor zalmkwekerij van Nederland. Die zal worden geëxploiteerd door Johns compagnon Rob Dortmans. “Verse Nederlandse zalm is er gewoon niet”, stelt John. “Alle kweekzalm komt uit Noorwegen of Schotland. Voordat het hier is, is die zalm drie, vier dagen oud.”

Top drie qua voerkosten per kilogram groei

John Wijdeven was van jongs af aan al heel kien op de cijfers. “Als ik één ding geleerd heb van m’n vader, dan is het dat je altijd alles moet registreren in de varkenshouderij. Als je 100 biggen oplegt en je levert er 98 af, dan zijn er dus twee dood gegaan. Als je niks registreert, weet je niet waar je het over hebt.” John lacht: “Mijn vader zette in 1985 een nieuwe stal. Toen was ik 17. Er kwam een bijvoerinstallatie en we konden zelf precies de resultaten bijhouden. Dat ging nog in MS-DOS, met zo’n zwart scherm met van die groene letters.  Maar we konden zelf programmeren hoeveel voer we per afdeling verstrekten. We voerden het opleggegewicht en het aflevergewicht in en zo berekenden we de daggroei, de voederconversie en de voerkosten per kilogram groei. Op woensdag afleveren, hadden we donderdag of vrijdag de slachtgegevens. Vrijdagmiddag wist je wat je had verdiend, die ronde.” Die focus op de technische kengetallen is nooit verdwenen. Zoals blijkt uit de cijfers uit het Agrovision-boekhoudprogramma Pigmanager, zat John de laatste vijftien jaar bij de top drie qua voerkosten per kilogram groei.

Varkenshouder-af

En tóch is hij nu varkenshouder-af. John vertelt hoe dat is gelopen. “Marco Hol, mijn adviseur van DLV Advies, kwam bij mij voor iets heel anders. Ik weet niet meer waarvoor, maar het was in augustus 2019. Hij gooide het balletje op: er zat een opkoopregeling aan te komen, gebaseerd op de geurnorm.” Dat was de SRV. “Nou zit ik hier in Uden vlak langs de A50. Het dorp ligt aan de overkant van de snelweg. Ik heb toen navraag gedaan bij de Omgevingsdienst Oost-Brabant: bleek ik op plek 20 te staan van de varkensbedrijven met de meeste geuroverlast. Ze trekken namelijk een cirkel van 1 kilometer om je bedrijf heen. We zitten hemelsbreed maar 600 meter van Uden af, dus er vielen best wat burgerwoningen in onze cirkel.”

Twee luchtwassers

Daar kwam bij dat John forse investeringen op zich af zag komen, die bedrijfsmatig geen enkel voordeel zouden opleveren. “Ik had één luchtwasser die was vergund in 2009. Die zou ik uiterlijk 2024 moeten vervangen. Daarnaast had ik één stal met spoelgoten; dat systeem was volgens de regels van de provincie Brabant niet langer voldoende. Daar zou ik per 1 januari 2024 ook een luchtwasser voor moeten aanschaffen.” Twee investeringen die bij elkaar minimaal 2,5 ton zouden vergen, zonder dat hem dat ook maar 1 gram extra daggroei zou brengen. John telde z’n knopen. “Je gaat nadenken. Ik heb twee dochters en een zoon, maar een overnamekandidaat zit er niet tussen. En op zich kan ik het werk nu nog prima aan, maar varkens laden is best zwaar. Ik lever er elke week driehonderd af; daarvan moet ik er zeker 150 met de knie achter het schot het hok uit dirigeren.”

Bedrag per vierkante meter

In de SRV-regeling worden de productierechten overgenomen voor de op dat moment geldende marktwaarde. Verder krijg je een bedrag per vierkante meter, afhankelijk van de leeftijd van de stal. John heeft het vleesvarkensbedrijf altijd doorontwikkeld. De oudste stal dateerde uit 1985. Vervolgens zijn er in 1990, 1998, 2004, 2010 en 2016 stallen bijgezet. “Marco heeft me voorgerekend wat ik hier zo’n beetje voor zou kunnen ontvangen, en dat was in mijn ogen een mooie som. Toen ik dat bedrag noemde tegen m’n vader, was zijn eerste reactie: heb je al getekend? Dadelijk is het geld op!”

‘Alle medewerking van RVO’

En John tekende. Samen met Marco zette hij de aanvraag in gang. “We hebben nog wel met RVO aan de telefoon gezeten vanwege de termijn waarbinnen deelnemers aan de saneringsregeling moesten zijn gestopt. Ik heb een contract met een vaste biggenfokker, met een opzegtermijn van zes maanden. Maar de RVO heeft alle medewerking verleend”, vertelt hij.

Zalmen kweken

Maar terwijl John zijn varkensbedrijf beëindigde, kwam er een andere tak van ‘veehouderij’ op zijn pad: zalmen kweken. Rob Dortmans, de vriend van Johns nichtje en petekind Melanie, had het idee om in Nederland een zalmkwekerij op land op te starten. Dortmans koos na zijn bachelor Dierwetenschappen aan Wageningen UR voor een master in Aquacultuur en wil nu Nederland veroveren met verse zalm. De eerste Nederlandse indoor zalmkwekerij moet gebouwd gaan worden in Uden, op het bedrijf van peetoom John: Zalmboerderij Maashorst.

Samenwerking tussen twee bedrijven

Zalmboerderij Maashorst wordt een samenwerking tussen twee bedrijven. Rob zal de zalmkwekerij runnen. Daaromheen komt een gedeelte met horeca, recreatie en educatie. Dat wordt het pakkie-an van John. De provincie Noord-Brabant en de gemeenteraad van Uden zijn laaiend enthousiast over de plannen voor streekeigen voedsel van hoogwaardige kwaliteit, in combinatie met een stukje horeca en educatie. De vergunningverlening had wel wat voeten in aarde. “Zalmkwekerijen zoals wij dat hier willen gaan doen, in grote bassins, bestaan immers nog niet in Nederland.” De vergunning is nu zo goed als rond. In mei moet de bouw van start kunnen, verwacht de Udense ondernemer.

Zalmboerderij Maashorst

Nu de vraag naar gezonde, duurzame en lokaal geproduceerde producten blijft groeien, en steeds meer druk komt op de gangbare dierhouderij (o.a. door de stikstofuitstoot, geuroverlast en CO2 uitstoot) wordt het belangrijker dan ooit om een efficiënte manier te vinden om ons eten te produceren welke geen negatieve impact heeft op de omgeving, milieuvriendelijk is, technologisch en economisch haalbaar is en maatschappelijk geaccepteerd wordt.

Zalmboerderij Maashorst is momenteel bezig met de realisatie van de eerste zalmboerderij van Nederland. Door middel van slimme productiemethoden en innovatieve filtratiesystemen (in-house ontwikkelde zuivering-, monitoring- en proces control systemen) zijn wij in staat om jaarrond de beste dieromstandigheden te bieden, geen negatieve impact te hebben op de omgeving en lukt het ons om dit te doen zonder het gebruik van antibiotica en chemicaliën.

Daarnaast willen we ons inzetten op de transitie van de agrarische sector en een huidige varkenshouderij ontwikkelen tot zalmboerderij. Met deze alternatieve en efficiënte vorm van voedselproductie (zonder geur-, stof, stikstof of geluidsoverlast) behalen we meer dan 93% CO2 reductie t.o.v. de voormalige varkenshouderij en 75% CO2 reductie t.o.v. zalm uit Noorwegen. Ook wordt er ook meer dan 96% ammoniakreductie gerealiseerd (>6.000 kg/jaar) t.o.v. van varkenshouderijen, waardoor stikstofdepositie tot een minimum wordt beperkt.

De gekweekte zalm zal volledig lokaal (in NL) verkocht gaan worden, omdat dit past bij de duurzame manier van kweken en verkopen die wij ambiëren. De productie van deze zalmkwekerij is met 80 ton op jaarbasis < 0,5% van de huidige Nederlandse vraag naar zalm.

Samen met toonaangevende instanties als de WUR, vakgroep Aquacultuur en visserij, Witteveen+Bos, Breukrand BV, Boerschappen, The Good Fish Foundation en diverse toeleveranciers werken wij samen om de zalmboerderij op de best mogelijke manier verder te ontwikkelen om zo een positieve bijdrage te leveren aan de transitie naar een duurzamer voedselsysteem. De zalmboerderij heeft hierin een faciliterende rol tussen instituten en bedrijven waarbij het uitwisselen van kennis en bouwen op elkaars expertise een essentiële rol speelt.

Doelstelling algemeen: “Binnen 3 jaar de eerste Nederlandse land-gebaseerde, natuurinclusieve, diervriendelijke en meest modern aangestuurde zalmboerderij operationeel hebben draaien te Uden (op een voormalige varkenshouderij), waarbij op jaarbasis ten minste 80 ton aan zalm wordt gekweekt, verwerkt en verkocht in de regio”.

Doelstelling OPZuid project: “Het in eigen beheer ontwikkelde en ontworpen land-gebaseerde zoetwater kweeksysteem voor zalmen op commerciële schaal testen, valideren en finetunen, van eitje tot volwassen vis”.

Zalmboerderij Maashorst: “een gezondere en duurzamere toekomt voor onze natuur en maatschappij.”

Strategisch EU-project

De Europese subsidie maakt het mogelijk om in één keer een goed concept neer te zetten volgens Rob Dortman, exploitant zalmboederij.

Het terrein aan de Lageburchtweg krijgt al aardig vorm en aan de straatkant staat een groot bord met de boodschap dat dit project mogelijk is gemaakt met geld van de Europese Unie. Europa betaalt 850.000 euro voor de kwekerij, de provincie vult dat bedrag aan tot een miljoen.

,,De Europese subsidie maakt het mogelijk om in één keer een goed concept neer te zetten, waarbij we geen concessies aan de kwaliteit of dierenwelzijn hoeven te doen. Daar zijn we natuurlijk hartstikke blij mee”, liet Dortmans optekenen door de subsidieverstrekker.

544 miljoen euro

De zalmkwekerij in Uden is één van de 628 projecten in Noord-Brabant waar in de afgelopen ruim drie jaar in totaal 544 miljoen euro aan Europese subsidie heen is gegaan. Dat geld komt uit 21 verschillende potjes en is goed voor tienduizend banen.

Het overzicht van de EU-subsidies aan Brabant komt naar buiten in aanloop van de Europese verkiezingen van komende week. In dat overzicht zit ook 788 miljoen euro aan leningen van de Europese investeringsbank voor Brabantse initiatieven. Een deel van dat geld is voor duurzaamheidsprojecten.

Het subsidiegeld van Europa is onder meer bedoeld om innovatie aan te jagen en de stikstofuitstoot terug te dringen. Een paar andere projecten die profiteren van de Europese subsidie: Monkeys by the Sea dat in Bergen op Zoom werkt aan vegetarische alternatieven voor vis (ruim 900.000 euro) en VivArt-X dat vanuit Eindhoven een bijdrage levert aan weefselherstel na borstoperaties (bijna 500.000 euro).

Piepkleine visjes

In Uden gaat het Europees geld dus naar de zalmkwekerij. Die stoot 96 procent minder stikstof uit dan de varkensboerderij deed. Het scheelt voor de uitstoot ook dat de vis niet meer half Europa door hoeft voordat die ergens in Nederland op een bord belandt. De gekweekte zalm komt nu nog vaak uit Noorwegen of Schotland en is vaak dagen onderweg.

Zalmboerderij Maashorst gaat de vis zelf kweken in Uden en verkopen in de regio. De vissen worden grootgebracht in zoet water, zodat hun poep als meststof kan dienen op omliggende percelen. Dat zou met zout water onmogelijk zijn.

Het kweekproces is al een tijdje bezig, met bevruchte zalmeitjes die vorig jaar zomer vanuit IJsland naar Brabant werden gevlogen. Tienduizenden piepkleine visjes zwommen eerst in een kweekwijver in Odiliapeel, voordat ze naar Uden konden. Op de zalmboerderij moeten ze doorgroeien naar het ‘markgewicht’ van 4,5 kilo, voordat ze als dagverse vis op een bord in de buurt belanden. Met dank aan Europa.

OPZuid EFRO 2021-2027

Zuid-Nederland heeft met het EFRO-programma 2021-2027 (OPZuid) de ambitie uitvoering te geven aan de RIS3-prioriteiten en zo de regionale kracht op economie, ondernemerschap en innovatie te benutten en te versterken, met maatschappelijke én economische impact als doel. Dit houdt in: bijdragen aan innovatieve oplossingen op vijf grote maatschappelijke transities die in Zuid-Nederland én mondiaal spelen en marktpartijen in staat stellen (inter)nationale marktkansen te benutten. De vijf transities betreffen energie, klimaat, grondstoffen, landbouw & voeding en gezondheid

Een Nederlandse boer produceert ’s werelds eerste ijs van varkensmelk
Erik Stegink heeft een “varkensmelkijsje” gemaakt en de delicatesse is een hit bij bezoekers van zijn Piggy’s Palace-boerderij, waar ze de dieren ook op dia’s kunnen zien, meldt de Britse The Times. De smaak is even wennen, maar het eerste ijs ter wereld van varkensmelk is een schot in de roos in Nederland.

 Erikt Stegink, een boer uit het dorp Bathmen in de regio Overijssel begonnen met het maken van ijs. De nieuwe delicatesse, genaamd “varkensijs”, is een hit bij bezoekers van Steginks boerderij “Piggy’s Palace”, waar bezoekers een “varkens-nic” kunnen hebben en hun varkens op glijbanen kunnen zien spelen, schrijft Roemeense G4Media.ro. “Mensen vinden het erg leuk, we waren bijna door de eerste voorraad heen”, vertelde hij aan de lokale tv-zender Oost. Het ijs wordt omschreven als “een beetje vet, lekker romig”. “Het is heerlijk ijs”, zei een bezoeker van de boerderij. Geitenmelkijs is in Nederland overal verkrijgbaar en volgens de NOS is er sinds 2011 kamelenijs in de aanbieding. Varkensmelk lijkt meer op moedermelk dan koemelk wat betreft lipiden of vetten, met een sterkere smaak die wordt omschreven als “gamey”. Het bevat ongeveer 8,5% vet, vergeleken met 3,5% in koemelk. In 2015 was de boerderij van Stegink de eerste ter wereld die varkensmelkkaas commercieel produceerde in een productieproces dat volgens hem ‘een hels werk’ was. “Het kost zoveel tijd en zoveel liters voor één kilo kaas, dat het heel duur wordt. Dit ijs kost ook tijd, maar we hebben er minder melk voor nodig”, zei hij. Zijn 250 zeugen moeten met de hand worden gemolken, omdat er geen machines zijn ontwikkeld voor het melken van varkens, omdat dit in het verleden commercieel onhaalbaar werd geacht. “Een zeug geeft zo’n 12 tot 14 keer per dag melk. De varkens staan ​​daar, maar de boer zit er ook ’tussenin’”, zei hij. “De speen ‘ontkleden’ we met de hand. Wij verzamelen de melk in een klein bakje.  De biggen drinken hier ook van diverse andere zeugen, waardoor ze nooit iets te kort komen