Geopolitieke ontwikkelingen – Inleiding

Zoals bekend is 2024 een verkiezingsjaar in heel Europa, zelfs in de  Russische Federatie, waarvan echter de uitslag al vaststaat. Wij beperken ons tot grote lijnen en trachten een accent te leggen op de economische aspecten. Deze zijn in stadium nog niet allemaal in beeld te brengen (oorzaak en gevolg). Wij lichten er een drietal onderwerpen uit, te weten: Schengen, Europese verkiezingen en het opkomende Rechts-Extremisme.

Rechts-extremisme volgens de AIVD
Rechts-extremisten vormen een dreiging voor de nationale veiligheid en democratische rechtsorde omdat zij antidemocratische doelen nastreven, al dan niet met ondemocratische middelen.

Haat jegens het vreemde

 De AIVD spreekt van rechts-extremisme als aan de definitie van extremisme wordt voldaan en daarbij een of meer van de volgende denkbeelden centraal staan:

  • Vreemdelingenhaat (inclusief antisemitisme en antimoslims)
    Haat jegens vreemde (cultuur)elementen;
    Ultranationalisme.

Rechts-extremisme in het kort

 Wat Rechts-extremisten bedreigen de democratische rechtsorde, omdat antidemocratische doelen worden nagestreefd en/of ondemocratische middelen worden ingezet.
Wie Groeperingen en individuen die vanuit (een van) de denkbeelden, vreemdelingenhaat, haat jegens vreemde (cultuur)elementen en ultranationalisme, acties ondernemen die een bedreiging vormen voor de democratische rechtsorde.
Taak AIVD Als groeperingen en individuen bereid zijn ondemocratische middelen in te zetten voor het bereiken van hun doelen, dan vormt dat een bedreiging voor de democratische rechtsorde. De AIVD doet hier onderzoek naar.

Anti-islam en alt-rechts
Voor rechts-extremisten in Nederland vormen anti-islamideeën en het alt-rechts gedachtegoed de belangrijkste denkbeelden. Alt-rechts is het gedachtegoed gebaseerd op rassenleer.

Rechts-extremisten zoeken ook nadrukkelijker de confrontatie met links-extremisten dan voorheen.

Organisatie via sociale media en chat-apps
Groepen zijn voor rechts-extremisten niet zo belangrijk. Er is veel on- en offlineactiviteit buiten de bekende groeperingen om. De rechts-extremistische groepen die er nog wel zijn, zijn relatief klein. Het aantal personen dat door autoritarisme bereikt wordt, is uiteraard wel groter. Zowel de anti-islam als de alt-rechtsgeoriënteerde rechts-extremisten hebben daarbij internationale contacten.

De wereldwijde beweging die online is ontstaan is zorgelijk. Om hun doelstellingen te stroomlijnen met rechtsextremisten van andere landen hebben zij gezamenlijke doelstellingen nodig om een front te vormen. Online is hierdoor naast rassenhaat, ook sprake van antisemitisme en het nationaalsocialisme van Hitler Duitsland waarmee vooral gamende en jongeren die online actief zijn in aanraking komen. Rechts-extremisten gebruiken social media als Facebook en VKontakte om gelijkgestemden te vinden. De dynamiek van social media zorgt ervoor dat gebruikers elkaars opvattingen steeds bevestigen en versterken. Om afspraken te maken is een groeps-app in chat-apps als WhatsApp en Telegram genoeg.

Rechts-extremistische dreiging met en zonder geweld
De AIVD doet onderzoek naar rechts-extremisme om vast te stellen op welke manier en in welke mate sprake is van dreiging voor (het voortbestaan van) de democratische rechtsorde. Dat gaat zowel om de antidemocratische denkbeelden van personen, als in de ondemocratische manier waarop zij veranderingen willen bereiken. In de huidige situatie van de rechts-extremistische beweging in Nederland ziet de AIVD twee aandachtspunten.

Gewelddadige dreiging van rechts-extremisten
Het eerste aandachtspunt is de geweldsdreiging die uitgaat van rechts-extremisten. Deze dreiging is in algemene zin beperkt en mensen gaan over het algemeen ook niet over tot geweld.

Het (online) taalgebruik wordt wel steeds agressiever en opruiender. Bovendien heerst in rechts-extremistische kringen een grote fascinatie voor vuurwapens. Aanhangers delen zeer provocatieve en extreem gewelddadige propaganda met elkaar.

De agressieve en opruiende manier van discussiëren en de interesse in vuurwapens zijn zorgwekkend in combinatie met de groeiende groep (kwetsbare) personen die in aanraking komt met gewelddadig rechts-extremistisch gedachtegoed.

Het risico dat (snel radicaliserende) rechts-extremistische eenlingen of kleine groepen naar geweld grijpen is groter dan in het verleden.

Aanslagen in het buitenland laten zien dat rechts-extremisme kan overgaan in terrorisme. Personen in Nederland kunnen radicaliseren. Dat maakt dat terroristische aanslagen door rechts-extremisten mogelijk zijn.

Niet-gewelddadige dreiging van rechts-extremisten
Het tweede aandachtspunt is de niet-gewelddadige dreiging tegen de democratische rechtsorde. Die wordt veroorzaakt door activiteiten als systematisch haat zaaien, bevolkingsgroepen demoniseren, intimideren of een sfeer van angst creëren.

De dreiging die uitgaat van bijvoorbeeld het ‘intellectuele’, door de Amerikaanse alt-rightbeweging geïnspireerde, rechts-extremisme, is niet-gewelddadig. Het Nederlandse alt-rechts heeft als doel hun zeer extremistische gedachtegoed, gebaseerd op rassenleer, algemeen geaccepteerd te maken.

Als deze ideeën in de toekomst steeds gewoner zouden worden in de Nederlandse samenleving en ook geaccepteerd zouden worden in het openbaar bestuur, is dat een bedreiging voor de Nederlandse democratische rechtsorde.

Rechts terrorisme
Alle stromingen binnen het rechts-extremisme kunnen uitmonden in terroristische handelingen of activiteiten. Van het accelerationisme gaat de meest gewelddadige dreiging uit.

Deze groep bestaat uit jonge rechts-extremisten die in afgesloten onlinechatgroepen terroristisch geweld verheerlijken. Net als andere rechts-extremisten verwachten accelerationisten dat er in de toekomst een rassenoorlog uitbreekt die kansen biedt voor de oprichting van een witte etnostaat.

Anders dan de meeste rechts-extremisten hopen accelerationisten dat deze strijd zo snel mogelijk losbarst. Aanhangers willen deze rassenoorlog op gang brengen door zelf terroristische aanslagen te plegen en zo bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. Dit noemen wij rechts terrorisme.

Het zijn vaak jonge mannen die deel uitmaken van accelerationistische groepen of kanalen. Het is een generatie die is opgegroeid met internet, waar ze op zoek gaan naar informatie en contact leggen met gelijkgestemden.

Dit gebeurt buiten het zicht van de samenleving, waardoor radicalisering lang onzichtbaar blijft. De veelal kwetsbare jongeren worden in dit gedachtegoed meegezogen en kunnen snel radicaliseren.Zie ook:AIVD-publicatie ‘Rechts-extremisme in Nederland, een fenomeen in beweging’Publicatie | 02-10-2018

New York Times (december 2023): Europa is op weg naar iets onvoorstelbaars Een extreemrechtse Europese Unie, een dreiging die tot voor kort ondenkbaar was, lijkt niet langer slechts een fantasie.
Nu het jaar 2023 ten einde loopt, verspreidt een groeiend gevoel van paniek zich over Europa. Achter de focus op interne EU-conflicten, zoals die rond het klimaatbeleid en de oorlogen in Gaza en Oekraïne, gaat een veel verontrustender ontwikkeling schuil: een toenadering tussen centrumrechtse en extreemrechtse partijen, met name op het gebied van identiteit, immigratie en de islam schrijft Hans Kundnani, onderzoeker aan het Royal Institute of International Affairs in Londen voor de New York Times. Hoewel er geen teken is dat de gevechten in Oekraïne binnenkort zullen stoppen, heeft de Hongaarse premier Viktor Orbán zijn inspanningen opgevoerd om de steun die de EU aan Oekraïne kan geven te beperken.  Ondertussen werd hij bij deze missie vergezeld door Robert Fico uit Slowakije. En in Nederland werd, na een nog schokkender resultaat, de extreemrechtse partij van Geert Wilders is nu de sterkste kracht uit de Nederlandse politiek. Zelfs als hij er niet in slaagt een regering te vormen, zou het winnen van de verkiezingen de wateren in Europa verder kunnen ontregelen. De afgelopen tien jaar heeft de Europese politiek vooral betrekking gehad op de tegenstelling tussen liberalisme en autoritarisme.

Geopolitieke ontwikkelingen – Schengen

Vetorecht en Oostenrijk
Afschaffing van het vetorecht – zoals eerder geschreven – wordt door iedereen onderschreven omdat een aantal landen het recht misbruikt, zoals destijds Cyprus, Hongarije en thans Oostenrijk. Om het in gewone mensentaal weer te geven kan men het politieke chantage bestempelen.
Recent kwam Oostenrijk met een quasi versoepeling m.b.t. zee- en luchtgrenzen. Nog afgezien van het feit dat Oostenrijk niet grenst aan Roemenië kent Oostenrijk geen grenzen aan een zee. Daarnaast koppelt men daaraan een aantal aanvullende voorwaarden waardoor het inbreekt op het Schengenacquit. En om het nog erger te maken benadrukken Karl Nehammer(Bondskanselier) Gerard Karner(Minister Binnenlandse Zaken)  dat zij geen datum willen noemen voor de landsgrenzen. Kortweg de Oostenrijkse regering vertoont een volkomen anti-Europees gedrag.
Of de EU moet voor een “creatieve ”oplossing kiezen zoals onlangs met Hongarije is gedaan tijdens een “spontane en korte afwezigheid ”van Viktor Orbán.

Het enorme bedrag dat de Roemeense economie jaarlijks verliest
De gevolgen van het niet-naleven van land aan het Schengengebied zijn vanuit economisch oogpunt aanzienlijk. De voormalige minister van Economische Zaken, Florin Spătaru, schat dat Roemenië jaarlijks 10 miljard euro verliest doordat het aan de grens van het vrije verkeer blijft.

Een verblijf aan de landgrens van Schengen betekent problemen voor vervoerders en het milieu, een feit dat ook tot uiting komt in de resolutie van het Europees Parlement die afgelopen zomer werd aangenomen.

Wat het document zegt:

  • Als de wachttijd voor vrachtwagens die de grenzen tussen de lidstaten van het Schengengebied overschrijden in 2021 tussen de 10 en 30 minuten bedraagt, bij veel van de overtochten zonder vertraging, voor de landen die geen deel uitmaken van het Schengengebied gebied kunnen de vertragingen bij de grensovergangen enkele uren of zelfs dagen bedragen.
  • In 2022 waren de wachtrijen voor wachtende vrachtwagens ruim 25 km lang aan de westelijke grens van Roemenië. Deze lange wachtrijen bij de douane, die neerkomen op een wachttijd van enkele dagen, hebben een uiterst negatief effect op de arbeidsomstandigheden van vrachtwagenchauffeurs en op het milieu.
  • De hoge mate van vervuiling die wordt veroorzaakt door de duizenden voertuigen die dagelijks in de rij staan ​​en enkele uren of zelfs dagen wachten om de grenzen tussen Hongarije en Roemenië, Roemenië en Bulgarije en Bulgarije en Griekenland over te steken, vormt ook een bedreiging voor het milieu, evenals voor de gezondheid van chauffeurs, douanepersoneel en mensen die in grensovergangsgebieden wonen.
  • Uit op bewijsmateriaal gebaseerde informatie blijkt dat er jaarlijks 46.000 ton CO2 wordt uitgestoten als gevolg van het besluit om de controles aan de binnengrenzen voor Roemenië en Bulgarije niet af te schaffen.

Enorme verliezen ook voor vervoerders
De wegvervoersector lijdt een verlies van 2,41 miljard euro als gevolg van de niet-naleving van Schengen door Roemenië, zo beweerde de Nationale Unie van Wegvervoerders uit Roemenië vorig jaar in een verklaring .

Berekeningen vervoerder:

  • Directe verliezen – tijdverlies bij grensdoorlaatposten met Hongarije en Bulgarije
  • In 2022 werden via de 18 grensdoorlaatposten met Hongarije en Bulgarije 3,9 miljoen overtochten met vrachtauto’s geregistreerd bij het binnenkomen/vertrekken van Roemenië (exclusief doorvoer)
  • Wachttijden aan de grensdoorlaatposten met Bulgarije en Hongarije variëren tussen minimaal 30 minuten en 72 uur, met een gemiddelde van 6 uur/overgang. Zo worden vrachtwagens gedwongen 23,5 miljoen uur per jaar te parkeren. Tijd betekent geld
  • De directe verliezen van Roemeense wegvervoerders als gevolg van de niet-naleving door Roemenië van Schengen bedragen 2,41 miljard euro, wat het potentiële inkomstenverlies en de huidige kosten van de vervoerders vertegenwoordigt. Voor de markt voor goederenvervoer over de weg vertegenwoordigen deze inkomstenverliezen ca. 15% van de huidige waarde van 15,2 miljard euro. Standaard verliest de staat 15% meer belastingen dan de vervoerders zouden betalen.

Geopolitieke ontwikkelingen – Verkiezingen

Hoe is de Europese Unie georganiseerd?
De voorzitter van de EU leidt de vergaderingen van de Raad van de Europese Unie. Het doel van de voorzitter is om de eenheid en samenwerking tussen lidstaten te bewaren. En om de prioriteiten te bepalen. Vanaf 1 januari t/m 30 juni is België voorzitter en vanaf 1 juli a.s. berust het voorzitterschap bij Hongarije.
De EU bestaat uit zeven instellingen: de Europese Raad (regeringsleiders), Raad van de EU (ministers op verschillende beleidsterreinen), Europese Commissie, Europees Parlement, Europees Hof van Justitie, Europese Rekenkamer en de Europese Centrale Bank.
De Europese Raad en de Raad van de Europese Unie zijn organen van de Europese Unie. Die heeft 27 lidstaten en heeft een veel bredere taak dan de Raad van Europa. De Europese Raad bestaat uit de regeringsleiders van de 27 lidstaten, de Raad van de Europese Unie uit de ‘vakministers’ van de 27 lidstaten. Voor de goede orde: De Raad van Europa is geen onderdeel van de Europese Unie, maar een zelfstandige internationale organisatie, die in Straatsburg is gevestigd. De voornaamste rol van de Raad van Europa is het versterken van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat in zijn lidstaten.
Tijdens de Europese verkiezingen kiezen de burgers van de landen van de Europese Unie hun vertegenwoordigers als leden van het Europees Parlement (EP-leden). Deze verkiezingen vinden van 6 t/m 9 juni a.s. plaats.

Voorzitter Raad van Europa Charles Michel stapt tussentijds op
Het functioneren van deze voorzitter stond al geruime tijd onder druk, maar oogst nu een storm van protest door zijn tussentijds vertrek.

Qua opvolging zijn er twee ongeschreven regels van toepassing en dat zijn als er niet het aantal benodigde stemmen is voor een nieuwe kandidaat het voorzitterschap zal worden door het land dat op dat moment of periode het EU-Voorzitterschap bekleedt. De tweede ongeschreven regel is dat de langstzittende politieke leider wordt aangezocht c.q. benoemd. In deze zin zijn dat Viktor Orban van Hongarije en Klaus-Werner-Johannis.
Duidelijk is in ieder geval dat Viktor Orban – om het eens eufemistisch uit te drukken – niet de voorkeur heeft van de meeste regeringsleiders.
De hierboven “regels” volgend bestaat er dus een reële kans dat Klaus Johannis zal worden benaderd. Echter dat zal dan bij voorkeur voor 1 juni a.s. moeten gebeuren. Omdat Klaus Johannis zijn tweede en laatste termijn eindigt (omstreeks eind november/begin december) houdt men in Roemenië met het voornoemd scenario. Dus als alles loopt zoals wordt ingeschat, zal Klaus Johannis per 1 juli a.s. geen president meer zijn en zal zoals wettelijk is vastgelegd de president van de senaat de voormalige premier Nicolae Ciucă tot interim-president worden benoemd.Hierover is al overeenstemming bereikt met beide coalitiepartners.