De onafhankelijke Europese denktank Votewatch.EU biedt interessante gegevens die niet door nationale instituten worden gemeten en ook niet door Eurostat.
Thans heeft er een goot onderzoek plaatsgevonden naar de mate waarop individuele landen op het Europese beleid invloed uitoefenen. Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat deze macht is gekoppeld aan de grootte van de politieke partijen in de grotere landen (aantal zetels afhankelijk van aantal inwoners) die wordt vertaald in het Europees Parlement. Daarbij moet worden aangetekend dat partijen die geen christendemocratische uitgangspunten hebben zich toch bij de Europese Volkspartij hebben aangesloten, zoals de Roemeense partijen UDMR en PNL en in Nederland het CDA. Maar ook het Hongaarse Fidesz van Viktor Orban en Forza Italia partner van PdL van Berlusconi, hoewel deze partij is opgesplitst.
Duitsland en verrassend, Italië, zijn verreweg de machtigste landen in het blok, met ongelooflijke invloed op de andere staten. Echter daarvoor is wel een plausibele verklaring wegens het feit dat Duitsland de grootste nationale delegatie(CDU/CSU) in de grootste fractie EVD/EPP heeft, terwijl Italië dat in de S & D(PES), waardoor ze een competitief voordeel hebben bij de toewijzing van de belangrijkste posities en zelfs rapporteurschap. Zoals uit bijgaande kaart blijkt heeft Nederland minder invloed dan Roemenië.
Uiteraard is deze studie een momentopname van de situatie in de zomer van 2016. De dynamiek van invloed in de EU-instellingen veranderen voortdurend en zijn afhankelijk van vele politieke, economische en maatschappelijke ontwikkelingen over het hele continent. Bijvoorbeeld, de impact van Brexit kan nog niet volledig worden beoordeeld.