Nieuwsbrief 21 februari 2022
DRN begroet Alewijnse Marine Galati als nieuw lid
Als we Alewijnse ultrakort moeten beschrijven dan spreken wij over een elektrische systeemintegrator gericht op de maritieme sector.
Na hun ruim 130 jarig bestaan hebben zij zich bewezen als een betrouwbare partner. Het hoofdkantoor bevindt zich in Nijmegen, en zij hebben daarnaast nog twee Nederlandse vestigingen in Rotterdam en Drachten. Ook wereldwijd zoals in Roemenië, Vietnam en Frankrijk. Echter als we er Alewijnse Marine Galati(AMG) aan toevoegen dan mag de pionier en huidige algemeen directeur Pieter Smit niet ongenoemd blijven die al 1992 neerstreek in Galati en daar met een klein elektrotechnisch bedrijf van start ging onder naam Retec(The Romanian Electro Trade & Engineering Company).
In de negentiger jaren verscheen ook Damen Shipyards in Galati, aanvankelijk besteedde deze daar de bouw van casco’s van schepen uit, maar besloot zich daarna zelf te vestigen en Retec werd destijds overgenomen door Alewijnse inclusief Pieter Smit. Kort gezegd in deze periode is een succesvolle samenwerking ontstaan tussen Alewijnse en Damen Shipyards. Nadien volgden nog andere Nederlandse bedrijven in Galati, zoals Den Breejen, Eekels, Helmers. Heinen en Hopman, Den Haan en DMT. Kortom: een oer-Nederlands scheepscluster nabij de Zwarte Zee.
Voor meer informatie: https://www.alewijnse.com/markets/naval-governmental#
DRN verwelkomt Legal2practice uit Arnhem als nieuw lid
Legal2Practice is een specialist op het gebied van juridische dienstverlening waarbij het zich met name onderscheidt in de variëteit van hun dienstverlening met uiteenlopende disciplines. Zij werken grotendeels online en door Europa verspreid voor hun klanten. Zij zijn sterk in de pragmatische vertaling van complexe vraagstukken naar de behoefte en wensen van hun klanten. Zij combineren de high-end (praktijk) expertise, met de korte lijnen en het persoonlijke contact van een hecht multidisciplinair team. Zij werken grotendeels online en door Europa verspreid voor hun klanten
Bijzonder is hub L2P Academy die een veelheid aan opleidingen, cursussen, trainingen en thema bijeenkomsten organiseren. Deze L2P Academy biedt veel van haar open trainingen aan via Outvie. Daarnaast verzorgt de L2P Academy al haar trainingen ook als in company (online) training.
Voor nadere informatie: https://www.legal2practice.nl
Bijzonder hoog in het vaandel staat hun maatschappelijke betrokkenheid. Zij gebruiken groene energie en zetten zich actief in voor kwetsbare groepen in de samenleving. En daarnaast steunt Legal2Practice het Ronald McDonald Kinderfonds Arnhem en Kika kinderen kanker vrij.
Nederlandse vraagbaak voor Roemeense diaspora
Regelmatig worden wij benaderd door personeelsafdelingen van bedrijven, onderwijsinstellingen en lagere overheden over uiteenlopende zaken zoals inschrijving en stageplaatsen voor Roemeense studenten, documenten zoals identiteitsbewijzen bij inschrijving in het bevolkingsregister, notariële volmachten, Nederlandse sociale wetgeving, en dergelijke
De Roemeense regering heeft hiervoor een uitstekend gedigitaliseerd systeem opgezet, zodat betrokkenen deze kunnen benutten.
Voor de meeste vragen kunt u dan de drietalige website www.consulate-romania.nl raadplegen die regelmatig wordt geactualiseerd. Tevens geeft deze site een globaal inzicht in het Roemeense rechtssysteem.
Save the Date – Programma in opbouw
Sector Agri & Food
Roemenië is niet geslaagd voor de voedselzelfvoorzieningstest
Volgens de laatste gegevens van Eurostat is Roemenië met 13,5 miljoen hectare het vijfde land in Europa wat betreft landbouwareaal. Een recent onderzoek van het Nationaal Instituut voor de Statistiek(INS) dekt de binnenlandse productie echter alleen de consumptiebehoeften van de inwoners van zes agrovoedingsproducten.
Dit zijn granen (zelfvoorziening van 155,6%), tarwe en rogge (zelfvoorziening van 165,2%), maïs (zelfvoorziening van 151,2%), overige granen (zelfvoorziening van 162%), kool (100,5% zelfvoorziening) en schapen- en geitenvlees (112,2% zelfvoorziening).
Op vrijwel alle andere deelsectoren zijn ze in verschillende mate afhankelijk van import en van vitaal belang voor de economie.
Varkensvleesconsumptie
Volgens INS-gegevens produceert Roemenië slechts 55,3% van de noodzakelijke varkensvleesconsumptie , aangezien er sinds 2017 uitbraken van Afrikaanse varkenspest in het land zijn. In 2015 dekte de productie bijvoorbeeld meer dan 70% van de consumptiebehoefte van gemiddeld 31,3 kg per hoofd van de bevolking per jaar.
In 2020 consumeerde Roemenië gemiddeld 37,3 kg vlees- en varkensvleesproducten per hoofd van de bevolking, maar de stijging van 19% van de consumptie rechtvaardigt niet volledig de daling met 14,7 punten in de mate van aanbod.
Pluimvee, rundvlees en schapenvlees
Bij het berekenen van de consumptie van vlees, vleesproducten en eetbare organen, ongeacht de soort, bedroeg de zelfvoorzieningsgraad in 2020 72,1% ten opzichte van 79% in 2015, in het kader waarin de behoefte aan consumptie van pluimveevlees wordt gedekt in van 90,4% en de behoefte aan rundvlees wordt bevredigd met een percentage van 82,9%. Ze hebben een overschot aan schapenvlees.
Nog grotere problemen met zelfvoorziening met suiker
Een ander groot probleem in Roemenië zijn suiker en suikerproducten. Volgens INS-gegevens werd in 2020 slechts 34,9% van de consumptiebehoeften gedekt door lokale productie, vergeleken met 100,6% in 2015, bijvoorbeeld in de context waarin de consumptie gelijk bleef, van 25 kilogram per inwoner. Het probleem is dat Roemenië slechts twee productie-eenheden heeft: de Oostenrijkse Agrana-fabrieken in Roman en Buzau. .
Zuivelproducten
Ook voor zuivelproducten (melk en melkproducten, gelijk aan 3,5% vette melk, exclusief boter) is de trend ook negatief, onder meer door de stijging van de consumptie van 250,7 kg per hoofd van de bevolking in 2015 naar 260,2 kg in 2020. Lokale fabrieken kwamen om slechts 86,4% van de behoefte te dekken, vergeleken met 93,1% vijf jaar geleden.
Wat eieren betreft , wordt de consumptiebehoefte bijna volledig gedekt door lokale productie (96,8% zelfvoorziening), maar de trend is negatief. In 2019 was de zelfvoorzieningsgraad 97,5% en in 2015 produceerden ze meer dan ze verbruikten (102,5% zelfvoorzieningsgraad). In de loop der jaren is de consumptie gedaald van 13,1 kilogram per hoofd van de bevolking naar 11,8 kilogram per hoofd van de bevolking.
Last but not least dekt de lokale productie ongeveer 84% van de behoefte aan plantaardige oliën en 44,8% van de behoefte aan boter.
Lokale groentetelers voorzien in 82% van wat nodig is
Van groenten en peulvruchten produceert Roemenië:
- 70,4% voor tomaten versus 73,9% in 2015
- 79,65 voor gedroogde uien vs. 82,5% in 2015
- 70,5% voor wortels versus 73,7% in 2015
- 77,2% voor diverse groenten vs. 85,2% in 2015
- 90,9% in meloenen vs. 95,1% in 2015
- 75,8% voor peulvruchten versus 80% voor peulvruchten
Het laat een dalende trend zien, waarbij moet worden aangegeven dat de klimatologische omstandigheden in 2020 het tot een bijzonder zwak landbouwjaar maakte.
Fruit – lokale producenten zorgen voor 68,5% van de benodigde consumptiebehoefte
Wat betreft fruit heeft de lokale productie een appeltekort, terwijl in de andere categorieën de productie vrij dicht bij de consumptiebehoefte ligt. Voor kersen en zure kersen hadden ze in 2015 bijvoorbeeld een overschot.
In 2020 was de zelfvoorziening in fruit als volgt:
- 68,5% voor fruit en fruitproducten in het algemeen
- 86,8% voor appels
- 92,7% voor druiven
- 97,2% voor pruimen
- 92,6% voor kersen en zure kersen
- 18% perziken en nectarines
Omdat steeds meer Nederlandse veeteelt, land- en tuinbouwbedrijven “over de grens” aan het kijken zijn en Roemenië al lang geen “ver-van-bed-show” meer is, zal ook de zelfvoorziening een steeds grotere rol gaan spelen en biedt het zeker kansen.
De DRN Task Force Agri & Food Romania kan u daarbij behulpzaam zijn.
*Zie link: https://www.dutchromaniannetwork.nl/drn-task-force-agri-food-romania/
Sector Logistiek en Transport
Verplichtingen van wegvervoerders nadat op 2 februari jl., de detacheringsrichtlijn in werking is getreden
Roemeense wegvervoerders die internationaal wegvervoer uitvoeren in de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (oversteek- en cabotagevervoer), moeten sinds 2 februari 2022 voldoen aan de bepalingen van de Detacheringsrichtlijn 1057/2020, kondigt de Nationale Unie aan van Roemeense wegvervoerders (UNTRR).
De richtlijn bepaalt dat beroepschauffeurs van wegvervoer en cabotagevervoer in de EU en het Verenigd Koninkrijk moeten zijn geregistreerd op het platform dat is gelanceerd door de Europese Commissie – IMI, en dat zij geldige detacheringscertificaten zullen krijgen tot 6 maanden, die zich in elektronische of papieren vorm aan boord van de voertuigen moeten bevinden.
Uitgesloten van de bepalingen van de detacheringsrichtlijn, die op 2 februari 2022 in werking treedt, worden bilaterale vervoersverrichtingen, transitovervoer en maximaal 2 grensoverschrijdende wegvervoersverrichtingen uitgevoerd naast de aanvankelijke bilaterale verrichtingen.
Om Roemeense wegvervoerbedrijven te helpen om te voldoen aan de bepalingen van de Detacheringsrichtlijn, heeft UNTRR het platform www.detasaretransport.ro gelanceerd, waar wegvervoerders kunnen profiteren van het beheer van detacheringscertificaten.
Door zich te registreren op het platform www.detasaretransport.ro hebben wegvervoerders toegang tot het beheer van detacheringsverklaringen, waarschuwingen bij het verstrijken ervan en in geval van controle door de autoriteiten van de lidstaten en communicatie met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de detachering plaatsvond. .
Tegelijkertijd zullen wegvervoersondernemingen profiteren van actuele informatie over de detacheringsvereisten in elke lidstaat.
Hoewel de EC heeft verklaard dat de nieuwe regels voor verklaringen van terbeschikkingstelling gericht zijn op het verminderen van de administratieve lasten voor exploitanten en het vereenvoudigen van het proces van het indienen van verklaringen van terbeschikkingstelling via één enkel EU-portaal, dat de nationale websites in EU-lidstaten zoals SIPSI, MILOG, LIMOSA, MELDLOKET, UTIK, LSDB – de nieuwe EU-procedures blijven echter complex en belastend voor wegvervoerders, met name voor kleine bedrijven die extra personeel moeten inzetten om de grote hoeveelheid detacheringsaangiften af te handelen die de EU voor elke chauffeur en voor elk land.
Op Europees niveau is Roemenië de 8e grootste markt voor wegvervoer in de Europese Unie en staat op de 3e plaats in de EU wat betreft cross-trade (10,5%) en cabotage (8,2%) internationaal wegvervoer.
Vertegenwoordigers van de UNTRR herinneren eraan dat ze bij het Hof van Justitie van de Europese Unie de discriminerende bepalingen van het mobiliteitspakket 1 hebben aangevochten, dat de activiteiten van Roemeense luchtvaartmaatschappijen in de EU ernstig beperkt, en de juridische stappen lopen nog en worden ondersteund door de Roemeense regering.
UNTRR moedigt wegvervoersbedrijven die gebruik willen maken van tweedehands certificaatbeheerdiensten aan om samen te werken met degenen aan hun kant, aangezien het zowel voordelen als ondersteuning biedt aan nationale en internationale autoriteiten.
Energie Sector
Azerbeidzjaanse gasvoorraden goedkope vervanging voor Russisch gas
Roemenië is klaar om deel te nemen aan de ontwikkelingsinspanningen van het Southern Gas Corridor-project, een strategische gastransportinfrastructuur die nodig is voor de stabiliteit van Europa’s energiezekerheid.
De Southern Gas Corridor is een van de meest complexe energieprojecten, waarbij zeven landen en 11 energiebedrijven betrokken zijn, resulterend in een 3.500 kilometer lang gastransportsysteem dat een nieuwe gastoevoerroute voor Europa heeft geopend.
De Roemeense Minister van Energie Virgil Popescu stelde voor om Roemenië op te nemen in het plan voor de uitbreiding van de zuidelijke gascorridor naar de Balkan en Centraal-Europa, zo maakte het ministerie bekend in een persbericht.
Roemenië herhaalt zijn concrete voorstel om de transportinfrastructuur van de BRUA-gaspijpleiding(Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Oostenrijk )op te nemen in het plan om de zuidelijke gascorridor uit te breiden naar de Balkan en Centraal-Europa.
Nu Europa wordt geconfronteerd met het schrikbeeld van afnemend Russisch gas in het geval van een conflict met Oekraïne, maakt het EU-leiderschap zich zorgen over het vinden van alternatieve bevoorradingsbronnen. De EU-energiecommissaris van Bakoe, Kadri Simson, was ook voor de eerste keer in Bakoe en kondigde aan dat Brussel de invoer via de zuidelijke corridor wil verhogen, waardoor deze corridor een strategische alternatieve bron van Europa’s energievoorziening wordt. Een onderschatte bron Het is interessant op te merken dat Azerbeidzjaans gas, hoewel goedkoper dan Russisch gas, geen prioriteit was voor Europa, althans niet in het eerste jaar van exploitatie van de TAP-pijpleiding, die het eindpunt was van het megaproject van de zuidelijke corridor.
De Trans Anatolian Pipeline (TANAP) begint bij het Shah Deniz-veld in Azerbeidzjan, loopt door Georgië en Turkije en sluit aan bij de Griekse grens met de TAP-pijpleiding, die Azerbeidzjaans aardgas via Albanië en Italië naar Europa vervoert. Volgens officiële gegevens werd vanaf 31.12.2020, de datum van ingebruikname, tot 31.12.2021 slechts 8,1 miljard kubieke meter gas door TAP vervoerd, hoewel de capaciteit van de pijpleiding 10 miljard kubieke meter bereikt. Sinds begin februari is daar nog eens 1 miljard kubieke meter bijgekomen. In Bakoe werden verschillende voorstellen gehoord om andere Balkan-pijpleidingen op de TAP-pijpleiding aan te sluiten en werden ook scenario’s voor de uitbreiding ervan gepresenteerd. Preciezer: – Op 18 januari publiceerden TAP, Snam Rete Gas en DESFA voor openbare raadpleging het Project Proposal Plan, waarin alle scenario’s voor pijpleidinguitbreiding worden beschreven. In juli van dit jaar volgt de derde en meest cruciale stap, de verplichte markttest, die de interesse van gebruikers zal benadrukken. Voor de uitbreiding van de TAP tot 20 miljard kubieke meter is de aanleg van een nieuwe pijpleiding niet nodig, maar zal worden bereikt door de compressiestations in Kipoi-Evros en Serres, evenals de overeenkomstige punten in Albanië en Italië, te consolideren.
De westelijke Balkan (Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Kroatië) zijn geïnteresseerd in het aansluiten van de Ionische Adriatische pijpleiding (IAP) op de TAP, die in aanbouw is. De verbinding zou worden gemaakt aan de grens met Albanië. Opgemerkt moet worden dat de Westelijke Balkan volledig afhankelijk is van Russisch gas en daarom zoeken landen in de regio naar een nieuwe aanvoerroute. Deze ontwikkelingen brachten president Aliiev van Azerbeidzjan ertoe met tevredenheid te zeggen: “De zuidelijke gascorridor is voltooid, maar ons werk gaat door. Europese markten zullen in 2022 meer gas uit Azerbeidzjan zien.”
Redactie DRN Nieuwsbrief: Roemenië heeft door zijn eigen energievoorziening ruimte om andere landen van gas te voorzien. De Roemeense regering kiest ervoor om aan de landen Oekraine en Moldavie te leveren zodat zij daardoor onafhankelijker van het Russisch gas zijn. Het transport naar Moldavie vindt al plaats en heeft een capaciteit van 1,5 miljard kubieke meter gas. Thans vinden de onderhandelingen plaats met het Oekrainse Ukrtransgaz voor de levering van twee miljard kubieke meter gas.
High Tech Sector
Alke Heating Technology investeert fors in Roemenie
Alke bv is producent en tevens markleider van gasgestookte infrarood verwarming sinds 1974 . Het grote scala van deze toepassingen is zo veelomvattend dat raadpleging van hun websites een must is. We noemen als voorbeeld daarvan de vele industriële toepassingen, waarbij de gerichtheid op de agrarische sector- met name in de pluimvee en varkens deelsectoren – niet ongenoemd mogen blijven.
Alke B.V. met hun hoofdkantoor in Scherpenzeel is producent en tevens markleider van gasgestookte infrarood verwarming sinds 1974. Verkoop vindt plaats in 106 landen.
In 2007 is Alke een onderneming gestart Alke Total Confort SRL in de Roemeense stad Brasov met een eigen productie faciliteit 5300 m2.Gelet op de voorspoedige gang van zaken heeft men de laatste jaren hun investeringen(via AK Production & Manufacturing SRL) ter hoogte van 1,2 miljoen euro hun machinepark enorm uitgebreid.Qua maakindustrie een goed voorbeeld voor beide landen, dus zowel voor Nederland als in Roemenië.
Voor nadere informatie: https://www.alke.nl
Retail Sector
“Nederland dreigt Europees uit de pas te lopen met nieuwe regels rond productiegarantie”
Dat zeggen VNO-NCW en MKB-Nederland. Ze roepen de Tweede kamer op om het wetsvoorstel net zo in te voeren als de andere EU-landen in plaats van weer met allerlei extra ‘toeters en bellen’.
De nieuwe regels vloeien voort uit Europese richtlijnen die beogen de garantietermijnen in de hele EU gelijk te trekken. Zo krijgen Europese consumenten en bedrijven overal dezelfde rechten en weet iedereen waar ie aan toe is. In plaats van dat Nederland net als de buurlanden in Europa de nieuwe termijn overneemt, kiest het er echter voor om een andere garantietermijn te blijven gebruiken; een termijn die afhangt van de verwachte levensduur van een product. Wat die levensduur is, weet niemand. Deze onzekerheid leidt ertoe dat niemand weet waar hij aan toe is. ‘Neem daarom gewoon de EU-termijn over,’ aldus VNO-NCW en MKB-Nederland.
Gebruiksvergoeding
Ook de gebruiksvergoeding, die we al sinds jaar en dag in Nederland kennen als mensen na jaren gebruik met een niet-functionerend product terugkomen en een nieuwe meekrijgen, verdwijnt. ‘Terwijl juist dit systeem leidt tot grote tevredenheid bij zowel klanten als verkopers’. Als de EU-termijn wordt overgenomen, dan is dit probleem ook meteen opgelost.
Updateverplichting
Het wetsvoorstel dreigt op meer fronten voor problemen te zorgen als het niet wordt aangepast. Zo worden winkels verplicht om klanten te informeren over updates van software die in telefoons, laptops, smart tv’s, smart wasmachines, etc. zit en de updates te leveren. Zelfs jaren later nog. Hoe moet de verkoper dit doen? Dit gaat gedoe geven aan de toonbank vrezen de ondernemingsorganisaties.
Wijk niet af
De ondernemingsorganisaties vragen de Kamerleden om geen afwijkende positie in te nemen als Nederland, maar te kiezen voor de Europese garantietermijn die ook al onze buurlanden gebruiken. Ook moet op zijn minst de gebruiksvergoeding mogelijk zijn vanaf 2 jaar na (ver)koop. Verder moet de updateverplichting zo simpel mogelijk worden vormgegeven voor winkeliers zonder een hele papierwinkel en onwerkbare systemen.
*Redactie DRN Nieuwsbrief: Als aanvulling moet worden genoemd dat het ook een nadelig gevolg kan hebben op de Nederlandse exportpositie
Culturele Sector
Wachten op het Westen” is het lezen alleszins waard
Het boek is recent verschenen en geschreven door Nausica Marbe. Zij is een Nederlandse schrijfster, columnist en journalist van Roemeense komaf.Ze is de auteur van onder andere Mândraga, waarvoor ze het Charlotte Köhler Stipendium kreeg en Smeergeld, dat werd bekroond met de Diamanten Kogel.Ze was zeven jaar columnist voor de Volkskrant en schrijft sinds 2013 een wekelijkse column voor De Telegraaf.
Lege schappen in de supermarkt. Rijen voor de winkels. Grenzen dicht. Verboden bijeenkomsten in huis en mensen die afstand van je houden, alsof je verdacht bent. Het begin van de coronacrisis, toen het leven radicaal veranderde, onzeker en benauwend werd, voelde voor Nausicaa Marbe akelig vertrouwd aan. Het gevoel opgesloten te zijn, de gedachte dat de tijd stilstaat, dat het echte leven zich later zal afspelen, in een betere wereld, had ze eerder meegemaakt. De lockdown voerde haar direct terug naar haar jeugd in communistisch Roemenië.
*Redactie DRN Nieuwsbrief: Een aanrader over een actueel en invoelbaar thema die een uitvergrote parallel trekt met het Roemenië voor 1989.
Sociaal Economische Cijfers & Trends
Toplanden waar het leven het duurst is
Zwitserland, Noorwegen, Israël en Denemarken staan in de top 10 van duurste landen ter wereld, volgens de index van de kosten van levensonderhoud, volgens de berekeningen en schattingen van het Numbeo-platform voor 2022, dat 139 landen over de hele wereld vermeldt.
Rekening houdend met de kosten van levensonderhoud alleen in de landen van de Europese Unie, is Roemenië het goedkoopste en staat op de 102e plaats in de top met een coëfficiënt van 35,2, onder Bulgarije , met een coëfficiënt van 38,3 en op de 88e plaats in de lijst, Polen ( 38,9 – 86e plaats) en Hongarije (40,6 – 81e plaats).
Wereldwijd gezien heeft Bermuda een kosten van levensonderhoud van 146,04 en wordt gevolgd door Zwitserland (123,35), Noorwegen (100,90), IJsland (94,86), Barbados (92, 37), Jersey (92,02) en Israël ( 88,05).Ook Luxemburg (positie 13), Australië (positie 14), Japan (positie 15)Nederland (positie 17) en Frankrijk (positie 19) staan in de top 20 van duurste landen.
De andere grote westerse mogendheden volgen direct na de top 20: VS (positie 26), Groot-Brittannië (positie 27), Italië (positie 32), Duitsland (positie 34), Spanje (positie 46).
Aangezien het niveau van de index van de kosten van levensonderhoud wordt berekend op basis van de kosten van levensonderhoud in New York (die dus een absolute waarde van 100 heeft), vertegenwoordigt de coëfficiënt van 35,2 van Roemenië het feit dat het leven in het land 64,8% goedkoper is dan in New York.
De laatste plaats in de EU qua kosten van levensonderhoud voor ons land is slechts een half leeg/vol glas, omdat bij deze indicator altijd rekening moet worden gehouden met wat de koopkracht is van het lokale inkomen (nettoloon). Met andere woorden, de bevolking van een land is niet per se zo bevoordeeld door de lage kosten van levensonderhoud op zijn grondgebied, als de inkomens (lonen, pensioenen, sociale uitkeringen, enz.) ook tot de laagste behoren.
Dit wordt geïllustreerd door het feit dat Roemenië, hoewel het een lagere wooncoëfficiënt heeft dan alle EU-buurlanden, ook een lagere koopkrachtcoëfficiënt heeft dan deze landen, behalve Bulgarije ( 48,12 Roemenië vs. 45,96 Bulgarije).
De landen waarin men het best leeft, zijn die waar de koopkrachtindex de index van de kosten van levensonderhoud ver overtreft. In de Europese Unie zijn de beste voorbeelden Duitsland (met een positief verschil van 37,5 ), Zweden (een positief verschil van 26,4 ) en Nederland (een positief verschil van 22,33 ).
De coëfficiënt van de kosten van levensonderhoud wordt berekend op basis van het niveau van New York. Dit betekent dat voor New York City elke index 100 moet zijn. Als een stad/land bijvoorbeeld een index van 120 heeft, betekent dit dat in die stad/land de kosten van levensonderhoud 20% hoger zijn dan in New York. Als de index 80 is, zijn de kosten van levensonderhoud 20% lager dan in New York. Opgemerkt moet worden dat de kosten van levensonderhoud in het door Numbeo samengestelde winkelwagentje exclusief de kosten van huur of termijnen voor hypotheken zijn.
De kosten van levensonderhoud coëfficiënt werkt volgens hetzelfde rekenschema waarin New York een absolute waarde van 100 heeft en uitgaat van de grootte van het lokale nettoloon. Voor een land dat bijvoorbeeld 40 scoort op deze index, kunnen de mensen 60% minder goederen en diensten kopen dan New Yorkers met een nettosalaris.
Bulgarije, Letland en Roemenië, laagste minimumloon in de EU
Meer dan twee derde van de EU-lidstaten (21 van de 27 lidstaten) had op 1 januari 2022 een minimumloon in de economie, met 13 EU-lidstaten met een minimumloon van minder dan € 1.000 per maand, in twee landen iets meer dan € 1.000 en zes anderen hadden een minimumloon van meer dan 1.500 euro per maand, blijkt uit gegevens die het Europees Bureau voor de Statistiek (Eurostat)recent heeft vrijgegeven.
Het minimumloon in de 21 lidstaten van de Europese Unie kan worden onderverdeeld in drie hoofdgroepen, op basis van het niveau in euro’s.
Zo hadden begin dit jaar 13 EU-lidstaten in het oosten en zuiden van de EU een minimumloon van minder dan 1.000 euro per maand: Bulgarije (332 euro), Letland (500 euro), Roemenië (515 euro), Hongarije ( 542 euro), Kroatië (624 euro), Slowakije (646 euro), Tsjechië (652 euro), Estland (654 euro), Polen (655 euro), Litouwen (730 euro), Griekenland (774 euro), Malta (792 euro) en Portugal (823 euro)).
In Slovenië (1.074 euro) en Spanje (1.126 euro) is het minimumloon iets hoger dan 1.000 euro per maand, en de overige zes EU-lidstaten, allemaal in het noordwesten van het EU-blok, hadden minimumlonen van meer dan 1.500 euro per maand: Frankrijk (€ 1.603), Duitsland (€ 1.621), België (€ 1.658), Nederland (€ 1.725), Ierland (€ 1.775) en Luxemburg (€ 2.257).
Ter vergelijking: het Amerikaanse federale minimumloon bedroeg in januari 2022 1.110 euro per maand.
De enige lidstaten die nog geen minimumloon hebben in de economie zijn: Denemarken, Italië, Cyprus, Oostenrijk, Finland en Zweden.
In de 21 lidstaten van de Europese Unie is het hoogste minimumloon bijna zeven keer hoger dan het laagste. De verschillen zijn echter aanzienlijk kleiner na eliminatie van het effect van prijsverschillen. Het minimumloon in de Europese Unie varieert van 604 PPS (standaard koopkrachtpariteit) per maand in Bulgarije tot 1.707 PPS in Luxemburg, wat betekent dat het hoogste minimumloon in de EU bijna drie keer hoger is dan het hoogste.
Op basis van de PPS zijn er twee hoofdgroepen: een met een minimum nationaal salaris boven 1.000 PPS en een andere met een minimum nationaal salaris onder 1.000 PPS. In de eerste groep bevinden zich: Luxemburg, Duitsland, Nederland, België, Frankrijk, Ierland, Slovenië, Spanje, Polen en Litouwen, waar het nationale minimumloon varieert van 1.038 PPS in Litouwen tot 1.707 PPS in Luxemburg.
De tweede groep omvat Roemenië, Portugal, Malta, Kroatië, Griekenland, Hongarije, Tsjechië, Estland, Slowakije, Letland en Bulgarije, waar het nationale minimumloon varieert van 604 PPS in Bulgarije tot 949 PPS in Roemenië.
De OESO is begonnen met toetredingsonderhandelingen met Roemenië
De regering gezeteld in Boekarest verwelkomt het besluit van de Raad van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling met betrekking tot de start van toetredingsonderhandelingen met Roemenië, en benadrukt in een persbericht dat het land door dit besluit aanzienlijk dichter bij het bereiken van een van zijn strategische buitenlands beleid is. Doelstellingen gedeeld worden en voortdurend aangenomen op het hoogste niveau van de staat: het verkrijgen van het OESO-lidmaatschap.
Lidmaatschap van de OESO(OECD) zal het internationale profiel van Roemenië versterken en toegang verschaffen tot de expertise van een internationaal orgaan dat wordt gewaardeerd om de kwaliteit van economische studies en evaluaties van het overheidsbeleid. Het biedt ook de mogelijkheid om samen met andere leden rechtstreeks deel te nemen aan de totstandkoming van internationale regelgeving op het gebied van goed economisch bestuur.
De opening van de toetredingsonderhandelingen is het hoogtepunt van de consistente inspanningen van de Roemeense diplomatie en het hele institutionele spectrum van de afgelopen decennia om Roemenië dichter bij de OESO-normen en -praktijken te brengen, die wereldwijd worden erkend als een norm voor goed bestuur in ontwikkelde economieën.
Het grootste voordeel van het Oeso-lidmaatschap is dat er geen leger van deskundigen nodig is om bijvoorbeeld de vennootschapsbelasting te hervormen. Het zit voortaan mee aan tafel met de landen die samen goed zijn voor 64 procent van de wereldwijde toegevoegde waarde. Het nationale investeringsbureau Cinde hoopt dat het lidmaatschap het vertrouwen van de buitenlandse investeerders nog zal vergroten, want de besluiten van de OESO hebben een bindend karakter
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), of Organisation for Economic Cooperation and Development (OECD), is een intergouvernementele organisatie die zich inzet voor de bevordering van economische ontwikkeling en wereldhandel. Het samenwerkingsverband bestaat uit 38 landen en biedt een platform om sociaal en economisch beleid te bestuderen en te coördineren. De aangesloten landen proberen een gezamenlijk beleid te voeren om zo duurzame economische groei te stimuleren, werkgelegenheid te bevorderen, financiële stabiliteit te waarborgen en economische ontwikkelingen in andere landen te ondersteunen. De OESO telt nu 38 landen die de beginselen onderschrijven van de markteconomie, de rechtsstaat en de eerbieding van de mensenrechten
ING Romania: De staat kan besluiten om de btw te verlagen. We zien een gemiddelde inflatie van 8,8% en een BBP-groei van 3,2%
Na een aangekondigde economische groei van 5,6% en een jaarlijkse inflatie van 8,4%, wijzigt ING Bank hieronder haar prognoses voor 2022. Zo dalen de prognoses van Valentin Tătaru, hoofdeconoom van ING Bank, met betrekking tot de economische groei tot 4,5% tot 3,2% voor 2022, terwijl de prognoses voor de gemiddelde inflatie in 2022 toenemen tot 8,8%. Om een gemiddelde jaarlijkse inflatie van meer dan 10% tegen te gaan, ziet ING Bank de btw-verlaging als een kortetermijnoplossing.
De laatste cijfers van INSSE, economische groei in 2021 van 5,6% (onder verwachting) en inflatie (8,4% in januari 2022 t.o.v. januari 2021 – boven verwachting), doen de verwachtingen van de hoofdeconomen van de grote commerciële banken stilaan naar beneden zakken. De prognoses voor 2022 beginnen te dalen zonder rekening te houden met de gezondheidscrisis of de escalatie van het conflict tussen Rusland en Oekraïne. Bovendien beginnen de hoofdeconomen naar oplossingen te zoeken om ervoor te zorgen dat de inflatie met dubbele cijfers, die in Roemenië zo moeilijk uit te roeien is, niet opnieuw in de statistische cijfers wordt weergegeven, en dat het slechts een normaal verschijnsel is – maart, april, toen de NBR zei een inflatie van meer dan 11% te verwachten.Zo zegt Valentin Tătaru, hoofdeconoom van ING Bank: “We herzien onze prognose voor de bbp-groei in 2022 tot 3,2% en handhaven 4,5% voor 2023.” Aangezien de details van de economische groei in 2021 pas op 8 maart beschikbaar zullen zijn, concludeert Valentin Tataru dat met de onderdrukte vraag, de inflatie die loonsverhogingen opslokt en de energiecrisis waaraan geen einde komt, alleen het plan voor overheidsinvesteringen, dat bedraagt 6,7% van het BBP, zou de dag kunnen redden.
In termen van inflatie is de hoofdeconoom van ING Bank nog scherper.
In dit verband stelt het dagelijkse rapport van de ING Bank aan beleggers: “De sleutel tot het toekomstige inflatietraject zullen de reeds besproken administratieve maatregelen zijn om met name de energieprijzen te verlagen. De laatste officiële verklaringen suggereren dat besluitvormers dit jaar zullen proberen de nodige stappen te ondernemen om dubbelcijferige inflatie te voorkomen. Op korte termijn zou een verlaging van de btw (gericht of alomvattend) het meest effectief zijn, maar het actieplan zal waarschijnlijk complexer zijn dan dat”.
In dit verband voorspelt ING Bank dat “de algemene inflatie vóór medio 2024 zal terugkeren naar het NBR-doelbereik van 1,5% -3,5%”. eindejaarsrente op 8,0%, terwijl voor 2023 een gemiddelde inflatie van 5,5% en de eindejaarsrente op 4,5% wordt gezien. Ondanks hogere prognoses zal de reactie van de centrale bank waarschijnlijk vrij beperkt zijn. Het handhaven van een quasi vlakke EUR / RON-wisselkoers voor de rest van het jaar zal waarschijnlijk de belangrijkste prioriteit zijn.
Concluderend, een vaste wisselkoers echter, gebaseerd op een super gecontroleerde afschrijving, een inflatie vol onbekenden, rentetarieven tot 4%,etcetera. Een toekomst vol verrassingen.
Geopolitieke ontwikkelingen
Bijzondere agenda Frans bezoek aan Roemenië
Zoals bekend bekleedt Frankrijk dit halfjaar het voorzitterschap van de Europese Raad waarin de regeringsleiders de deelnemers zijn. Het moet niet worden verward met de Raad van Europa waarvan de Russische Federatie ook lid is .
Roemenië: de-escalatie
De Franse Minister van Europese en Buitenlandse Zaken Jean-Yves Le Drian bezocht recent zijn Roemeense counterpart Bogdan Aurescu die Jean-Yves Le Drian meedeelde dat Frankrijk 4000 manschappen wilde sturen ter afschrikking van het wapengekletter van de Russische Federatie. Echter zijn Roemeense counterpart wimpelde het af omdat het kon worden gezien om de tegenstander verder uit te dagen en zowel Roemenië als Oekraïne kiezen duidelijk voor de weg van de-escalatie boven confrontatie.
Corvetten order
In het verlengde daarvan bracht de Franse minister van Europa en Buitenlandse Zaken Jean-Yves Le Drian ter sprake dat de besprekingen tussen de Franse scheepsbouwer Naval Group en de Constanta Shipyard, waren vastgelopen over de bouw van korvetten, eraan toevoegend dat hopelijk zo snel mogelijk een overeenkomst moest worden bereikt. De realiteit is echter dat het Franse staatsbedrijf niet aan zijn verplichtingen kan voldoen en de oorzaak daarvan geheel aan Franse zijde moet worden gezocht en daardoor de mogelijkheid kan ontstaan dat deze opdracht aan Damen Shipyards zal worden gegund.
Roemeense toetreding tot Schengen
Onder referte aan het Franse voorzitterschap van de Europese Raad werd in diplomatieke termen aangegeven dat Frankrijk in positieve zin kan beslissen tot de Roemeense toetreding tot Schengen. En dan te bedenken dat Frankrijk en ook Nederland deze toetreding tegenhielden.
Roemeens handelstekort met de Russische Federatie
Het jaar dat net is geëindigd, markeerde een nieuw negatief record in de handelsrelatie van Roemenië met de Russische Federatie. Het handelstekort overschreed de drempel van 1 miljard euro in tien maanden ruimschoots en bereikte waarden die bijvoorbeeld in 2013 werden aangetroffen.
Volgens de laatste beschikbare gegevens bedroeg het handelstekort met Rusland in de eerste 10 maanden van het jaar ongeveer 1,6 miljard euro, te midden van een stijging van de invoer met 34% tussen januari en oktober 2021 ten opzichte van 2020. 839,8 miljoen euro. In voorgaande jaren bleef het tekort onder de drempel van 1 miljard euro. In 2013 werden hoge niveaus van het tekort opgetekend , meer dan € 1 miljard .In 2020 had Roemenië een handelstekort met de Russische Federatie van 992,7 miljoen euro, met een invoer van in totaal ruim 1,8 miljard euro.
Wat Roemenië koopt uit Rusland
Wat betreft de goederen die ze uit Rusland halen, deze waren zowel in 2020 als in de eerste tien maanden van 2021 op ongeveer hetzelfde niveau.
Dit is de top tien van meest geïmporteerde producten uit de Russische Federatie, in de eerste 10 maanden van 2021, volgens INS. Olie en gas staan bovenaan, gevolgd door ertsen en staalproducten.
Bron: INS
In plaats daarvan exporteren ze onderdelen en accessoires voor tractoren (217,5 miljoen euro), medicijnen (54,4 miljoen euro) en pneumatisch, hydraulisch of motorgereedschap (40,8 miljoen euro).
Roemenië heeft geen grote handel in het agrofoodsegment.
Welke EU-landen zijn afhankelijk van Rusland
Voor Roemenië is Rusland niet langer zo’n belangrijke handelspartner – het staat op de 15e plaats in de top van importeurs – maar voor de EU wel. Volgens de meest recente gegevens van Eurostat was Rusland in 2020 de vijfde partner voor de uitvoer van goederen uit de EU (4,1%) en ook de vijfde partner voor de invoer van goederen uit de EU (5,6%). Rusland verkoopt voornamelijk olie, gas, kolen en aluminium in de EU en ontvangt medicijnen en motorvoertuigen.
Tien lidstaten hebben een handelsoverschot met Rusland. Het grootste overschot werd aangehouden door Duitsland (3.601 miljoen EUR), gevolgd door Tsjechië (1.801 miljoen EUR) en Litouwen (1.196 miljoen EUR).
Nog eens 17 lidstaten hebben een handelstekort met Rusland. Het grootste tekort werd opgetekend in Nederland (EUR 6.733 miljoen), gevolgd door Polen (EUR 2.828 miljoen) en Griekenland (EUR 2.753 miljoen).
De drie grootste exporteurs naar Rusland vanuit de EU waren Duitsland (€ 23.155 miljoen), Polen (€ 7.136 miljoen) en Italië (€ 7.101 miljoen), terwijl de grootste Russische importeurs Duitsland (19 554 miljoen EUR), Nederland (€ 13 417 miljoen) en Polen (9 964 miljoen EUR).
Sector Volksgezondheid
Wanneer zou Roemenië ook beperkingen kunnen opgeven?
Tot nu toe hebben vier Europese landen de belangrijkste beperkingen tegen COVID-19 opgeheven: Denemarken, Zweden, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk na het schrijven van deze nieuwsbrief ook Nederland. De belangrijkste beperkingen zijn het dragen van een masker, het opheffen van een verbod voor niet-vaccinators en de aanbeveling om waar mogelijk thuis te werken. Op zijn minst te oordelen naar de vaccinatiegraad en het aantal gevallen dat in deze 4 landen op de intensive care wordt opgenomen, lijkt Roemenië daar nog ver van verwijderd.
Maar wat is de vaccinatiegraad en het aantal patiënten dat in deze landen wordt opgenomen op de Intensive Care(ATI)?
- Denemarkenheeft een vaccinatiegraad van 83,2% en 25 COVID-19-patiënten zijn opgenomen in ATI voor een totale bevolking van 5,8 miljoen.
- Zwedenheeft een vaccinatiegraad van 72,5% en 96 COVID-19-patiënten zijn opgenomen in ATI voor een totale populatie van 10,2 miljoen.
- Noorwegenheeft een vaccinatiegraad van 80,5% en 25 COVID-19-patiënten zijn gehospitaliseerd in ATI voor een totale bevolking van 5,5 miljoen.
- Het Verenigd Koninkrijk heeft een vaccinatiegraad van 78% en 430 COVID-19-patiënten die zijn opgenomen in ATI voor een totale bevolking van 68,5 miljoen.
Roemenië heeft een vaccinatiegraad van slechts 42% van de totale bevolking en 1.155 COVID-19-patiënten die op dit moment op de IC zijn opgenomen, van wie 974 niet-gevaccineerd zijn.
In het algemeen gesproken veranderen thans in diverse Europese landen de voorwaarden. Wij raden u ten zeerste aan voor de reis de website www.nederlandwereldwijd.nl te raadplegen.
Disclaimer
De nieuwsbrief van het Dutch Romanian Network wordt met grote zorgvuldigheid samengesteld. Voor een mogelijke onjuistheid en/of onvolledigheid van de hierin verstrekte informatie kan het Dutch Romanian Network geen aansprakelijkheid aanvaarden, evenmin kunnen aan de inhoud van de nieuwsbrief rechten worden ontleend. De artikelen geven niet noodzakelijkerwijs de mening van het bestuur weer.