DRN NIEUWS

De parlementaire commissie voor de agrisector heeft een voorstel ingediend om de grote supermarkten te dwingen minstens 51% van hun versproducten zoals groenten, fruit, vlees en zuivelproducten uit Roemenië te betrekken.Onderhavig wetsvoorstel is al vele malen aangepast, want het wordt sterk in twijfel getrokken of de lokale of regionale markt aan de vraag kan voldoen. Voor de wintermaanden is sowieso al een uitzondering ingebouwd.
Een gedachte is om de zogenoemde short food supply chain (SFSCs) te bevorderen waarbij men moet denken aan lokale boerenmarkten, boerderijwinkels, collectieve boerenwinkels, gemeenschappelijke landbouw en dergelijke.Kort gezegd wil men de veelal buitenlandse grote retailers niet alleen de marktbewegingen laten dicteren. Echter de Roemeense financieel economisch gezaghebbende media zoals Capital zien het als een populistisch voorstel om de kiezers te paaien in aanloop tot de lokale en regionale verkiezingen die op 5 juni a.s.worden gehouden. Op het eerste gezicht lijkt het een lovenswaardig initiatief om de nationale productie te stimuleren, maar de naieve wijze waarop het geponeerd wordt kan meer kwaad dan goed doen, zeker omdat het in strijd is met de Europese regelgeving. Zoals eerder gezegd moeten voorstellen in de tijd van verkiezingscampagne met een flink aantal korrels zout worden genomen.

Een groep van 24 parlementsleden waarvan de meeste tot de christendemocratische PNL behoren hebben onlangs een wetsontwerp bij  de Roemeense senaat ingediend waarin wordt voorgesteld om strengere voorwaarden te scheppen voor buitenlanders die Roemeense landbouwgrond willen kopen. De aangescherpte voorwaarden komen erop neer dat de gronden binnen 6 maanden na de aankoopdatum moeten worden bewerkt, een Roemeense “associate” moet worden ingeschakeld. Voorts moeten de leidinggevende posities voor minimaal 60% door Roemenen worden bezet en moet het totale ledenbestand voor 90% uit Roemenen bestaan. Investeerder in landbouwgronden zullen ook worden doorgelicht vooral met betrekking tot hun fiscale status. Voorals wordt het gezien als luchtballon die vlak voor de lokale en regionale verkiezingen(5 juni a.s.) wordt opgelaten.

Bij monde van premier Dacian Ciolos, de voormalige EU commissaris voor de landbouw is het voorstel gedaan om een regionale graanmarkt op te zetten samen met de landen Hongarije, Oekraine, Moldova en Bulgarije.  Indien deze tot stand komt, zal deze markt de toon zetten in Europa qua afzetmogelijkheden en prijsstelling.Historisch gezien was deze regio altijd de graanschuur van Europa.
Roemenie heeft ca.13 miljoen hectare landbouwgrond die thans nog niet optimaal wordt benut. Het zal zeker ook maatregelen moeten nemen met betrekking tot het verhogen van de productiviteit die in vergelijking met andere EU lidstaten laag genoemd mag worden. De premier acht daartoe zeker mogelijkheden aanwezig door investeringen in de technologie en de verwerkingsprocessen. Anticiperen op deze ontwikkelingen lijkt ons kansen te bieden voor de Nederlandse agrarische sector.

Bent u agrarisch ondernemer met internationale ambities en wilt u op de hoogte blijven van kansen en actualiteiten in het buitenland? Abonneer u dan op de maandelijkse nieuwsbrief Highlights of de Wekelijkse Update van het land van uw voorkeur via www.agroberichtenbuitenland.nl.
Indien uw focus op Roemenië is gericht raadpleeg dan ook www.dutchromaniannetwork.nl

In de afgelopen vijf jaren is de oppervlakte die wordt gebruikt voor de biologische landbouw met circa 40% gestegen van 183.000 ha in 2010 tot 251.000 ha in 2015. De verwachting voor de komende jaren is dat deze deelsector een hoge vlucht zal nemen, want de totale oppervlakte landbouwgrond bedraagt 13,3 miljoen hectare, waarvan dus thans nog maar 2% wordt benut voor de biologische landbouw. Gedurende de afgelopen jaren werd het aantal gecertificeerde exploitanten viermaal groter en het aantal was ultimo 2015 11.260. Echter de meeste exploitanten die voor biologische certificering hebben gekozen zijn kleine producenten, dus het ligt in de lijn van de verwachtingen dat grotere producenten op deze markt zullen verschijnen. Grote bedrijven zoals de zuivelproducenten Napolact(FrieslandCampina-Nederland),La Dorna(Lactalis-Frankrijk) en Olympus(Griekenland) hebben hun biologische producten al sterk uitgebreid.

In het kader van het Partners voor Water 2016-2021 programma opent Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) half juli 2016 een tender binnen haar subsidieregeling. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt aan de totstandkoming van de regeling. De tender zal naar verwachting sluiten op 31 augustus 2016.
Doel
De regeling stimuleert de toepassing van Nederlandse vernieuwende watergerelateerde oplossingen in buitenlandse stedelijke delta’s en hun toeleverende systemen. Hiermee vergroot de regeling de waterzekerheid en waterveiligheid, en de toegevoegde waarde van de Nederlandse watersector.
Thema’s
De subsidieregeling heeft betrekking op de volgende thema’s:

• drinkwater en sanitatie;
• water governance;
• duurzame ontwikkeling van vaarwegen en havens (niet op de wal);
• klimaat;
• (water)veiligheid;
• voedsel en ecosystemen;
• water en energie.

Projectidee vooraf bespreken met projectadviseur
Vooruitlopend op publicatie van de definitieve regeling kunt u uw projectidee bespreken met een van de projectadviseurs van RVO.nl. Het intakeformulier is in de week van 25 april beschikbaar via www.partnersvoorwater.nl en www.rvo.nl/partnersvoorwater.
Kernelementen subsidieregeling

• Subsidie voor pilot-/demonstratieproject of haalbaarheidsstudie.
• In 2016 en 2017 is er geen beperking van landenkeuze (uitgezonderd ‘fragiele staten’).
• Budget 2016: € 2 miljoen (een tender).
• Budget 2017: € 4 miljoen (twee tenders).
• Maximale projectomvang pilot-/demonstratieproject is € 600.000. Voor een haalbaarheidsstudie is de maximale projectomvang € 250.000. De subsidie bedraagt tussen 40-60% van de subsidiabele kosten (afhankelijk van het type organisatie).

Het Partners voor Water 2016-2021 programma is een van de uitvoeringsinstrumenten van de Internationale Water Ambitie (IWA) van de Rijksoverheid.

KPMG en PwC hebben er op gewezen dat een significante verandering c.q. verbetering in de douanewetgeving deze maand zal worden uitgerold en raden de bedrijven zich daarop voor te bereiden. Hoewel er thans sprake in van twee verordeningen en in de nieuwe situatie van vier verordeningen, zal deze stroomlijning ook op Europees niveau een aanmerkelijke verbetering betekenen, waar vooral de (Nederlandse) logistieke sector al jaren op wacht en het een vereenvoudiging impliceert van grensoverschrijdende handel. Het nieuwe douanewetboek beslaat circa 1000 pagina’s en om de implementatie te stroomlijnen is een voorstel gedaan om een werkgroep in te stellen van ondernemers en vertegenwoordigers van de douanediensten. Tragikomisch was de uitspraak van Ardeleanu het hoofd van de Roemeense douanedienst dat de controles die in het verleden waren uitgevoerd niets met fraude te maken hadden, maar met een interpretatie van de wetgeving.Een kleine greep uit het nieuwe handboek zijn onder andere de volgende zaken:

• Communicatie tussen bedrijven en douaneautoriteiten online; gebruik van informatie-en communicatietechnologie zal de regel worden.
• Wijziging definitie exporteur met betrekking tot vestiging in EU
• Vrachten worden niet meer in het douanekantoor gecontroleerd
• Verrekenprijzen worden in voordeel van de ondernemers aangepast
• Correlatie douanewetgeving met BTW-wetgeving
• Royalities en licentierechten worden vaker als waarde opgenomen
• Creëren van een IT infrastructuur
• Coördinatie wetgeving transfer pricing in relatie met advance pricing overeenkomst
• Stroomlijning van de huidige economische douaneregelingen en/of opschorting daarvan in speciale regelingen die de doorvoer (externe of interne) mogelijk maken, opslag (tijdelijke opslag, douane-entrepot, de vrije zone), special purpose (tijdelijke invoer of eindbestemming) te verbeteren( actieve of passieve veredeling) van goederen zodat deze beter voldoen aan de economische behoeften van de exploitanten en de toegang voor hen te vereenvoudigen.
• Introductie van de begrippen het recht om gehoord te worden en geautoriseerde marktdeelnemer

De komende periode mag een lawine van regelgeving van de Europese Commissie worden verwacht en het is voor de ondernemers van belang daarmee rekening te houden. In dit kader draagt de DRN een steentje bij samen met KPMG Meijburg & Co die op 30 juni a.s. een roundtable in Eindhoven organiseren. Aanmelden is verplicht(kosteloos) gelet op de kleinschalige opzet om een goede communicatie en adviseurs mogelijk te maken.

De scheepswerf in de Roemeense stad Galati van Damen Shipyards heeft de  opdracht ontvangen om voor Australië een ijsbreker te ontwerpen en te bouwen die het huidige schip dat voor onderzoek in Antartica wordt gebruikt, zal vervangen. De ordergrootte bedraagt 357 miljoen euro. De ijsbreker moet worden geleverd voor 2020. Het schip zal een lengte van 156 meter hebben en een totale capaciteit van 24.000 ton. Het zal plaats moeten bieden aan 116 wetenschappers en vier helikopters. De scheepswerf in Galati is de grootste van de 32 scheepswerven die Damen Shipyards werelwijd heeft inclusief reparatiewerven en toeleveringsbedrijven.

Het private Chinese bedrijf China Energy Company(CefC) heeft onlangs een meerderheidsbelang van 51% in de Kazachstaanse oliemaatschappij KazMunayGas(KMG) die op zijn beurt het voormalige Rompetrol had overgenomen, statutair(om fiscale reden)  gevestigd in Nederland. De andere 49% van de aandelen blijven in het bezit van KMG International. De oorspronkelijke Rompetrol Groep bezit de grootste olieraffinaderij(Petromidia) in Roemenië en een groot distributienetwerk in Roemenië en de buurlanden, Op haar beurt heeft de Roemeense staat een belang van 44,5% in KMG International. Gelet op de grote Roemeense olie- en gasvoorraden heeft Roemenië de belangstelling van internationale investeerders.

Volgens Eurostat bedroegen de milieuheffingen 3.640.000.000 euro in 2014 wat neerkomt op 8,8% van de staat in dat jaar en staat daarmee op de 8^ste plaats binnen de EU, waar Nederland op de 7^de plaats staat. Het grootste aandeel van de milieubelasting (ca.88,9%) werd behaald in de energiesector. Voorts nog ca.10,8% uit de transportsector.

In de EU was het totaal van de milieubelastingen 343.600.000.000 euro en betekent een aandeel van 6,3% op de Europese belastingeninkomsten.De hoogste milieubelastingen werden geheven in Slovenië(10,6%),Kroatië (10,5%) en Griekenland(10,2%). De laagste milieuheffingen werden geheven in België en Frankrijk, ieder 4,5%.

In de jaarlijkse economische en financiële rapportage en vooruitblik van de Europese Commissie blijkt volgens de verantwoordelijke EU commissaris Pierre Moscovici dat de Roemeense economie de meest dynamische van Centraal- en Oost-Europa(CEE) is, zowel in 2016 als in 2017. In procenten uitgedrukt(groei BBP) van de belangrijkste landen in de CEE is dat:

Iedere individuele lidstaat wordt aangespoord om de economische groei te bevorderen en drempels weg te nemen die een en ander verhinderen. Ook waarschuwt hij vooral de politici dat zij niet om populistische redenen de financiële stabiliteit mogen ondermijnen en daardoor deze macro economische prognoses negatief beinvloeden.. In dit kader refereerde hij bij Roemenië aan de controversiele wet van kwijtschelding van hypotheekschuld onder bepaalde voorwaarden. Investeerders kunnen daardoor een terughoudende houding aannemen. De verwachting is dat de inflatie laag tot negatief zal blijven tot medio 2016 want dan is het effect van de grote BTW verlaging uitgewerkt. Verwacht wordt door de recente verhoging van het minimumloon en de algemene loonstijging er een toename van de binnenlandse vraag komt en een druk op de prijzen veroorzaakt. De inflatie zal toenemen tot 2,5% in 2017. Daarnaast verwacht men een oplopend van 2.8% in 2016 en 3.7% in 2017 veroorzaakt door de belastingverlagingen en oplopende uitgaven van het rijk.
Voor de gehele EU verwacht men een groei van 1.8%. Deze kan in sommige regio’s versneld oplopen dan wel geblijkblijven; het algemene beeld in de EU is derhalve ongelijkmatig.

Eind 2015 stond Roemenië met 38,4% op de vijfde plaats qua omvang van de staatsschuld, voorafgegaan door Estland(9,7%), Luxemburg(21,4%), Bulgarije(26,7%) en Letland(36,4%). Het door EU overeengekomen maximum van 60% werd door 17 EU lidstaten, waaronder Nederland met 65,1% niet gehaald.

De vijf landen met de hoogste staatsschuld zijn Griekenland(176,9%), Italië (132,7%), Portugal(129%), Cyprus (108,9%) en België (106%).
Als men naar de begrotingstekorten kijkt waarvan het maximum 3% mag bedragen, zijn er drie landen met een begrotingsoverschot: Luxemburg 1,2%, Duitsland 0,7%, Estland 0,4% en Zweden waar de begroting volledig in balans is, dus 0,0%. De landen met relatief lage begrotingstekorten zijn Litouwen(- 0,2%), Tsjechië (-0,4%), Roemenië (- 0,7%), Cyprus(- 1%) en Nederland(- 1,8%). Zeven EU lidstaten hebben tekort gelijk aan of hoger dan 3%: Slowakije(-3%), Kroatië(-3,2%), Frankrijk(-3,5%), Verenigd Koninkrijk(-4,4%), Portugal(-4,4%), Spanje(-5,1%) en Griekenland(-7,2%). Als we ons even beperken tot Roemenië en Nederland en daarbij ook in ogenschouw nemen dat de economische groei in Roemenië vele malen hoger is dan in ons land dan mag zonder overdrijving worden gesteld dat Nederland qua financieel economisch beleid een voorbeeld mag nemen aan Roemenië.

Volgens een recent onderzoek van de Roemeense CITR Group zijn de laatste drie jaren het aantal faillisementen van Roemeense bedrijven gedaald. Echter meer dan 50% de thans bestaande Roemeense bedrijven hebben insolventieproblemen en melden in 2015 een toenemende schuldenlast. Weliswaar is de arbeidsparticipatie bij deze bedrijven toegenomen, maar het scheppen van nieuwe banen is relatief laag gebleven. Roemenië heeft in Centraal- en Oost-Europa op één na het laagste aantal(22) nationale bedrijven per 1000 inwoners, waarvan 45,4% insolvabel zijn. In Centraal- en Oost-Europa is het gemiddelde van nationale ondernemingen 70 bedrijven per 1000 inwoners. Gelet op de uitstekende financiele en economische resultaten en vooruitzichten van Roemenië mag men hieruit de voorzichtige conclusie trekken dat het vooral te danken is aan de in Roemenië gevestigde buitenlandse ondernemingen.

De voormalige president Traian Basescu is opnieuw in staat van beschuldiging gesteld wegens het witwassen door onroerend goed transacties in en en rondom Boekarest. Hierbij was de beruchte zakenman Costel Casuneanu betrokken. Eerder is hij veroordeeld wegens het beledigen en discrimineren van de Roma.

De broer van de voormalige president is al eerder veroordeeld voor criminele praktijken en zit thans een gevangenisstraf van vier jaren uit. Zijn zoon, dus de neef van de voormalige president is aangeklaagd voor meewerken aan een zaak van fiscale fraude die de schatkist 7,6 miljoen heeft gekost.

Binnen een relatief kort tijdsbestek heeft de premier drie ministers moeten ontslaan die niet voldeden aan de aan hun gestelde eisen. Het zijn respektievelijk Aura Raducu verantwoordelijk voor de absorptie van de Europese Fondsen die slechts voor 66,06% worden benut, Anea Costa de minister voor arbeid en Vlad Alexandrescu de minister voor cultuur. Zonder in details te willen treden, lijkt het op zich een gezonde ontwikkeling hoewel drie ministers wel erg veel is. Anderzijds kent men niet de Nederlandse “sorry cultuur” waardoor minder goed functionerende ministers de rit kunnen uitdienen.