Roemenië staat op de derde plaats in de EU op het gebied van aardgasreserves, na Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Dit maakt het anders dan zijn buren, omdat het slechts een kleine hoeveelheid (ongeveer 3% in 2015) aardgas hoeft in te voeren. Het is niet uitgesloten dat de ontwikkelingen van de Brexit en de verminderde Nederlandse aardgaswinning de Roemeense positie versterken.
Op dit moment zijn twee bedrijven goed voor bijna 95% van de Roemeense gasproductie: het staatsbedrijf Romgaz en OMV Petrom, een dochteronderneming van het Oostenrijkse OMV.Invoer (meestal in de winter) komt uit Rusland, hoewel niet rechtstreeks vanuit Gazprom, maar via intermediair bedrijven zoals WIEE en Conef Gaz. Een van de prioriteiten van de Europese Unie (EU) is de zekerheid van de gaslevering aan de lidstaten, waarbij de doelstelling wordt ondergebracht in een ambitieuzer energieprogramma, dat de toegang tot ten minste drie verschillende energiebronnen in de toekomst voor Centraal-en Zuid-Europa mogelijk maakt. In de huidige Europese geopolitieke context, gedomineerd door het gewapende conflict tussen Rusland, de grootste aardgasleverancier van Europa, en Oekraïne, de belangrijkste doorvoercorridor van Russisch gas naar Europese consumenten, heeft het verkrijgen van een grotere autonomie ten opzichte van de Russische export geleid tot de ontwikkeling van nieuwe gaspijplijnprojecten. Naast de eigen reserves in de Zwarte Zee heeft Roemenië ook toegang via Georgië tot het gas van Azerbaijan en diverse pijpleidingen naar het hinterland zijn in aanleg.Rond het jaar 2020 moeten de grote infrastructuurprojecten, BRUA, compressiestations en winning van de Zwarte Zee voltooid zijn.Rond die tijd moet ook de zuidelijke gascorridor gereed zijn en als de interconnector tussen Griekenland en Bulgarije is voltooid, kunnen via het zuiden nieuwe gasstromen in Roemenië komen, waardoor de liquiditeit op de gasmarkt toeneemt.
Ook zal tegen 2021 de prijs voor alle eindgebruikers worden geliberaliseerd en rond die tijd zal het handelsplatform volwassener worden en gereed zijn om een verscheidenheid aan diensten aan te bieden. Roemenië zou dus een regionale speler(hub functie) kunnen worden op de gasmarkt, maar het is noodzakelijk dat beleidsmakers dit idee blijven steunen en promoten bij verschillende lidstaten in de regio. Nederlandse bedrijven die gerelateerd zijn aan de energiesector doen er goed aan de Roemeense ontwikkelingen te volgen, zeker ook omdat locale bestuurders van de havenstad Constanta die jarenlang de ontwikkelingen(onder andere m.b.t.terminals) vertraagden op een zijspoor zijn gezet.