Page 30 - KPMG-Meijburg-Eindejaarstips 2015
P. 30

5.Belastingplan 2016 en andere fiscale                                                                                                     30
  ontwikkelingen

Op Prinsjesdag, 15 september 2015, heeft het kabinet het Belastingplan 2016 aangeboden aan
de Tweede Kamer. Dit jaar staan de voorgestelde fiscale maatregelen in het teken van
verlaging van de belasting op arbeid en vereenvoudiging. Naast de daarin opgenomen
maatregelen zijn er nog wat andere relevante ontwikkelingen. Voor dga’s en ondernemers
springen de volgende maatregelen in het oog. De maatregelen uit het Belastingplan 2016
kunnen nog wijzigen totdat de Tweede en de Eerste Kamer hierover hebben gestemd.

5.1 Vennootschapsbelasting

Implementatie wijzigingen Moeder-dochterrichtlijn
In juli 2014 is een voorstel tot wijziging van de Moeder-dochterrichtlijn aangenomen om
mismatches als gevolg van hybride financiering tegen te gaan. Er is daartoe een zogenoemde
antihybride bepaling opgenomen. Op basis daarvan moet de lidstaat van de
moedermaatschappij een winstuitkering van haar dochtermaatschappij uit een andere lidstaat
belasten voor zover die bij deze dochtermaatschappij aftrekbaar is. Daarnaast is in januari 2015
een tweede wijziging aangenomen in de vorm van een algemene antimisbruikbepaling. Het
Belastingplan 2016 regelt de implementatie van deze twee wijzigingen. De wijzigingen zijn niet
beperkt tot verhoudingen binnen de Europese Unie (EU) en de Europese Economische Ruimte
(EER), maar hebben een mondiale reikwijdte.

Country-by-countryrapportering
In een nieuwe afdeling in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb) worden de
voorstellen van actiepunt 13 van het OESO/BEPS-project voor een nieuwe
documentatieverplichting voor multinationale ondernemingen geïmplementeerd. Op grond van
deze verplichtingen dienen met ingang van 1 januari 2016 multinationale ondernemingen met
geconsolideerde groepsopbrengsten van € 750 miljoen en meer jaarlijks een country-by-
countryrapport (landenrapport) op te stellen. Het landenrapport bevat onder andere informatie
over de wereldwijde fiscale winstverdeling en de per land betaalde winstbelasting, inclusief
bronbelastingen in de landen waarin de multinationale onderneming een vestiging heeft. Dit
rapport moet door de in Nederland gevestigde moedervennootschap van de multinationale
onderneming worden ingediend. Verder moeten in Nederland belastingplichtige
groepsentiteiten van multinationale groepen met een geconsolideerde groepsopbrengst van
€ 50 miljoen of meer een lokaal dossier en een groepsdossier opstellen. In deze dossiers
wordt informatie over de bedrijfsactiviteiten van de groep en over de gehanteerde
verrekenprijzen binnen de groep opgenomen.

5.2 Wijziging regime conserverende aanslag voor emigrerende
       aanmerkelijkbelanghouders

Het kabinet wil een einde maken aan het zogenoemde emigratielek in situaties waarin de
schatkist belastinginkomsten misloopt bij emigratie van mensen met een aanmerkelijk belang.
In Nederland wonende aanmerkelijkbelanghouders (ab-houders) zijn inkomstenbelasting
verschuldigd over de waardeaangroei van hun aanmerkelijk belang wanneer zij zo’n belang
vervreemden of de reserves uitkeren. Om ook bij emigratie van ab-houders de claim over de
waardeaangroei tot dan toe veilig te stellen, wordt belasting geheven over die waardeaangroei
in de vorm van een conserverende aanslag. Deze aanslag hoeft niet direct te worden voldaan.
Betaling ervan dient uiterlijk plaats te vinden op het moment dat ook in de binnenlandse

                                 © 2015 Meijburg & Co, Belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen,
                                 staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348 en is aangesloten bij KPMG International
                                 Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.
   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35