Page 29 - KPMG Promemorie 2020
P. 29
afgebouwd met 15% (2019: eveneens 15%). In 2018 bedroeg de ouderenkorting boven de
inkomensgrens EUR 72.
5) Geldt voor degene die in het kalenderjaar in aanmerking komt voor een AOW-uitkering voor
alleenstaanden.
6) Geldt voor de belastingplichtige die in het kalenderjaar recht heeft op een uitkering op grond van de
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), tenzij voor hem de
ouderenkorting geldt.
7) De levensloopverlofkorting is gelijk aan het bedrag van het opgenomen levenslooptegoed, met een
maximum van EUR 219 (2019: EUR 215 en 2018: EUR 212) per jaar waarin is gestort in de
levensloopregeling. Bedragen aan levensloopverlofkorting die in voorafgaande jaren al zijn genoten,
worden in mindering gebracht. De levensloopverlofkorting is per 1 januari 2012 vervallen, omdat
deze per die datum is afgeschaft. De in het verleden opgebouwde levensloopverlofkorting blijft
intact voor deelnemers die op 31 december 2011 een positief saldo op hun levensloopregeling
hadden staan. Deelnemers aan de levensloopregeling die op 31 december 2011 een saldo van
minimaal EUR 3.000 hadden staan, kunnen tot en met 31 december 2021 blijven inleggen. Bij een
inleg na 2011 wordt geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd.
8) Als de minstverdienende partner de algemene heffingskorting, de arbeidskorting of de
inkomensafhankelijke combinatiekorting niet volledig kan verzilveren tegen de eigen verschuldigde
inkomstenbelasting en premie voor de volksverzekeringen, kunnen deze kortingen gedeeltelijk
worden uitbetaald, mits de meestverdienende partner voldoende belasting en premie voor de
volksverzekeringen betaalt. De uitbetaling van deze drie heffingskortingen wordt afgebouwd met
6,67% per jaar en bedraagt in 2020 nog 20% (2019: 26,67%). In 2018 kon nog 33,33% van de
algemene heffingskorting en 100% van de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke
combinatiekorting worden uitbetaald. Voor belastingplichtigen die zijn geboren voor 1 januari 1963
geldt de afbouw niet voor de algemene heffingskorting.
1.11.1 Heffingskortingen in verband met beleggingen
2020 2019 2018
EUR EUR EUR
Korting groene beleggingen (maximaal) 416 410 405
1)
1) Deze heffingskorting geldt alleen voor groene beleggingen (beleggingen in fiscaal erkende
groene fondsen). De korting bedraagt 0,7% (2019 en 2018: eveneens 0,7%) van het bedrag dat
daarvoor is vrijgesteld in box 3, zie 1.6.2.1.
27 januari 2 0 2 0 © 2020 Meijburg & Co, Tax & Legal, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen, staat
ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348 en is aangesloten bij KPMG International
Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.