Page 22 - KPMG Promemorie 2020
P. 22
1) Vermogensbestanddelen die in box 1 of box 2 worden aangegeven, worden in box 3 niet in
aanmerking genomen tenzij specifieke allocatieregels anders bepalen.
1.6.2.1 Vrijstellingen box 3
2020 2019 2018
EUR EUR EUR
Rechten op overlijdensuitkeringen, mits maximaal 7.232 7.118 7.033
Contant geld en vergelijkbare vermogensrechten
(bijvoorbeeld chipkaart, cadeaubonnen)
Per belastingplichtige 543 534 527
Gezamenlijk met partner 1.086 1.068 1.054
Groene beleggingen
Per belastingplichtige 59.477 58.540 57.845
Gezamenlijk met partner 118.954 117.080 115.690
Op 14 december 1999 bestaande kapitaal-
verzekeringen, maximaal 123.428 123.428 123.428
1)
1) Partners kunnen bij de aangifte verzoeken om toepassing van tweemaal de (maximale) vrijstelling,
ongeacht de mate waarin zij ieder zijn gerechtigd tot de polis.
1.6.2.2 Drempel schulden box 3
2020 2019 2018
EUR EUR EUR
Drempel voor belastingplichtige zonder partner 3.100 3.100 3.000
Gezamenlijke drempel voor belastingplichtige met 6.200 6.200 6.000
partner
1.7 Heffingvrij vermogen
2020 2019 2018
EUR EUR EUR
Per belastingplichtige 30.846 30.360 30.000
Gezamenlijk met partner 61.692 60.720 60.000
20 januari 2 0 2 0 © 2020 Meijburg & Co, Tax & Legal, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen, staat
ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348 en is aangesloten bij KPMG International
Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.