Page 32 - KPMG-Meijburg-Eindejaarstips 2015
P. 32
• Aanvragen kunnen vanaf 1 januari 2016 slechts elektronisch worden ingediend. 32
Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
De inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet verschuldigd door de werkgever zal
met ingang van 1 januari 2016 worden verlaagd van 6,95% naar 6,75%.
Wetsvoorstel Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl)
Het huidige systeem van de premiekortingen wordt herzien. De redenen hiervoor zijn dat het
huidige systeem van premiekortingen niet toereikend (verzilveringsproblematiek), complex,
moeilijk controleerbaar, niet fraudebestendig en weinig robuust is. In de huidige systematiek
van de premiekortingen wordt de premiekorting periodiek verrekend bij de voldoening van de
premies voor de werknemersverzekeringen via de loonaangifte. Bij de nieuwe systematiek
worden de tegemoetkomingen in het jaar volgend op het kalenderjaar waar de
tegemoetkoming betrekking op heeft door de Belastingdienst uitbetaald.
Met het wetsvoorstel Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) worden twee voordelen
geïntroduceerd: het LKV (loonkostenvoordeel) met een beoogde ingangsdatum van
1 januari 2018 en het LIV (lage-inkomensvoordeel) met een beoogde ingangsdatum van
1 januari 2017. Het LIV is een generieke fiscale subsidie op het in dienst nemen en houden
van mensen met een salaris tot maximaal 120% van het wettelijk minimumloon. Daarnaast
wordt de premiekorting oudere werknemers en de bestaande premiekorting voor
arbeidsgehandicapte werknemers omgezet in het LKV.
5.4 Inkomstenbelasting
Hervorming vermogensrendementsheffing (box 3)
Met ingang van 1 januari 2017 wordt de vermogensrendementsheffing in box 3 aangepast.
Kleinere vermogens zullen minder zwaar worden belast en grotere vermogens zwaarder. Het
vrijgestelde vermogen wordt met bijna € 4.000 verhoogd tot € 25.000 per belastingplichtige.
Het vaste fictieve rendement van 4% wordt losgelaten. Voor het box 3-vermogen boven de
vrijstelling tot € 100.000 zal van een rendement van 2,9% worden uitgegaan. Dit percentage
wordt vervolgens jaarlijks aangepast, gebaseerd op de gemiddelde rentestand van de
afgelopen vijf jaar. Voor het vermogen tussen € 100.000 en € 1.000.000 wordt gerekend met
een rendement van 4,7%. In dit percentage is naast de gemiddelde rentestand ook het
gemiddelde rendement van een representatief beleggingspakket meegenomen. Voor zover
het vermogen meer dan € 1.000.000 bedraagt, wordt een rendement van 5,5% gehanteerd.
Het belastingtarief in box 3 blijft 30%.
Verlaging tweede en derde schijf en verlenging derde schijf
Met ingang van 2016 wordt het tarief in de tweede en de derde schijf verlaagd met
1,85 procentpunt van 42% naar 40,15%. De schijven worden geïndexeerd en vervolgens
wordt de derde schijf verlengd met € 8.548, waardoor de vierde schijf van de
inkomstenbelasting begint bij een belastbaar inkomen uit werk en woning van meer dan
€ 66.421 (in 2015: € 57.585). Het tarief in de eerste schijf komt uit op 36,55%.
Steilere en volledige afbouw algemene heffingskorting
Het afbouwpercentage van de algemene heffingskorting wordt met ingang van 2016 verhoogd
met 2,476 procentpunt en komt uit op 4,796%. Het afbouwtraject loopt van circa € 20.000 tot
circa € 66.000. Het startpunt van de afbouw van de algemene heffingskorting wordt
structureel gekoppeld aan het eindpunt van de eerste schijf van de inkomstenbelasting
(€ 19.922). Het eindpunt wordt structureel gekoppeld aan het eindpunt van de derde schijf
(€ 66.421).
Verhoging arbeidskorting
De maximale arbeidskorting zou al met ingang van 2016 op grond van het Belastingplan 2014
met € 233 worden verhoogd. Daar komt nu na indexatie nog € 638 bovenop. Verder wordt de
© 2015 Meijburg & Co, Belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen,
staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348 en is aangesloten bij KPMG International
Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.