Page 7 - KPMG-Meijburg-Eindejaarstips 2015
P. 7

van de zogenoemde werktuigenvrijstelling bepalende factoren voor de hoogte van de fiscale
afschrijving. Wij raden u sterk aan de WOZ-beschikking kritisch te beoordelen, al dan niet
samen met uw adviseur.

Ondanks de fiscale afschrijvingsbeperkingen blijft afwaardering tot lagere bedrijfswaarde van
een bedrijfsmiddel mogelijk.

1.4 Voorziening

Wilt u winst uitstellen? Kijk dan of u nog een voorziening kunt vormen. Daarvoor is al
voldoende dat de toekomstige uitgaven hun oorsprong vinden in feiten en omstandigheden die
zich hebben voorgedaan voor de balansdatum en dat een redelijke mate van zekerheid bestaat
dat de uitgaven in de toekomst worden gedaan. Verder geldt dat de toekomstige uitgaven ook
moeten kunnen worden toegerekend aan de periode voorafgaande aan de balansdatum.
Voorzieningen zijn mogelijk voor bijvoorbeeld een reorganisatie, onderhoud, saneringskosten,
het verlenen van garantie op producten of jubileumuitgaven voor het personeel.

1.5 Willekeurige afschrijving

Ga na of u optimaal gebruikmaakt van willekeurige afschrijvingen. Denk hierbij onder andere
aan:

• VAMIL (op milieu-investeringen);

• investeringen door bepaalde groepen (startende ondernemers en ondernemingen die
     zeeschepen exploiteren).

Gezien de fiscale afschrijvingsbeperkingen die zijn ingevoerd, kan het extra interessant zijn de
fiscale faciliteiten van de willekeurige afschrijving optimaal te benutten. In de praktijk valt de
regeling van de VAMIL geregeld samen met de EIA en/of MIA (zie onderdeel 1.1). Er zullen
keuzes moeten worden gemaakt bij de toepassing van deze regelingen. Betrek uw adviseur
vroegtijdig bij die keuze of het onderzoek naar de mogelijkheden.

1.6 Ingebruikname bedrijfsmiddelen in verband met willekeurige
       afschrijving

Als tijdelijke crisismaatregel konden bepaalde investeringen, gedaan in de periode 1 juli 2013
tot 1 januari 2014, onder voorwaarden willekeurig worden afgeschreven. Eenmalig kon in deze
periode tot 50% van de aanschaffings- of voortbrengingskosten willekeurig worden
afgeschreven. Deze bedrijfsmiddelen moeten dan wel voor 1 januari 2016 in gebruik zijn
genomen.

1.7 Uitstellen desinvesteringen in verband met desinvesteringsbijtelling

Voor bedrijfsmiddelen waarvoor u bij aanschaf een investeringsaftrek (kleinschaligheids-,
energie- of milieu-) hebt genoten, geldt een desinvesteringsbijtelling als u deze
bedrijfsmiddelen verkoopt binnen vijf jaar na aanvang van het kalenderjaar waarin de aftrek
plaatsvond. De desinvesteringsbijtelling geldt ook als u iets doet wat gelijk te stellen is met
verkoop. Om zo’n bijtelling te voorkomen, is het in bepaalde gevallen beter niet in 2015 te
desinvesteren maar pas in 2016.

© 2015 Meijburg & Co, Belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen,       7

staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348 en is aangesloten bij KPMG International
Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.
   2   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12