Page 54 - Enforsa Foundation
P. 54
10.4.2. België
10.4.2.1. Algemeen
Hierna volgt een samenvatting van de voornaamste Belgische fiscale gevolgen van de verwerving, het aanhouden
en de verkoop van de Obligaties voor
(i) natuurlijke personen/rijksinwoners (onderworpen aan de Belgische personenbelasting) die niet
beroepsmatig handelen,
(ii) natuurlijke personen/rijksinwoners (onderworpen aan de Belgische personenbelasting) die beroepsmatig
handelen en
(iii) vennootschappen die fiscaal resident zijn in België (onderworpen aan de Belgische
vennootschapsbelasting).
Deze samenvatting is van algemene en informatieve aard en dekt niet alle mogelijke fiscale gevolgen van een
investering in de Obligaties. Potentiële beleggers die meer informatie wensen over de Belgische en/of buitenlandse
fiscale gevolgen van de verwerving, het aanhouden of de verkoop van de Obligaties dienen hun eigen fiscale
adviseurs te raadplegen.
Deze samenvatting is gebaseerd op de huidige Belgische wetgeving, rechtspraak en administratieve praktijk
onder voorbehoud van latere wijzigingen. De uiteindelijke fiscale gevolgen kunnen anders zijn dan deze die
hierna worden weergegeven.
10.4.2.2. Belgische inkomstenbelasting
a. Natuurlijke personen/rijksinwoners (onderworpen aan de Belgische personenbelasting) die niet beroepsmatig
handelen
Natuurlijke personen die fiscaal resident zijn in België (d.w.z. rijksinwoners die onderworpen zijn aan de
“Personenbelasting”/”Impôt des personnes physiques”) en die de Obligaties aanhouden als privébelegging
worden als volgt belast.
Interest
De betaling of toekenning van interest door of voor rekening van de Uitgevende Instelling is onderworpen
aan Belgische roerende voorheffing van 25% indien een in België gevestigde tussenpersoon op enige wijze
tussenkomt bij de uitbetaling. Deze Belgische roerende voorheffing wordt in principe berekend op de interest
na afhouding van eventuele niet-Belgische roerende voorheffing, maar momenteel wordt in Nederland geen
roerende voorheffing ingehouden.
Deze Belgische roerende voorheffing is bevrijdend, d.w.z. dat de interesten niet meer moeten (maar wel mogen)
worden aangegeven. Indien de interesten worden aangegeven, worden zij afzonderlijk belast tegen hetzelfde
tarief als het tarief van de roerende voorheffing (25%) tenzij het bedrag van de belasting bij globale belasting
lager is. In dit laatste geval is de roerende voorheffing verrekenbaar met de verschuldigde belasting en terug
betaalbaar in de mate dat zij de verschuldigde belasting overschrijdt.
De betaling of toekenning van interest door of voor rekening van de Uitgevende Instelling is niet onderworpen
aan Belgische roerende voorheffing indien geen in België gevestigde tussenpersoon op enige wijze tussenkomt
bij de uitbetaling (rechtstreekse inning in Nederland). In dat geval moeten de interesten worden aangegeven en
worden zij afzonderlijk belast tegen hetzelfde tarief als het tarief van de roerende voorheffing (25%).
Voor de toepassing van de bovenstaande regeling wordt als “interest” beschouwd: (i) de periodiek betaalde
interest en (ii) elk bedrag betaald of toegekend door de Uitgevende Instelling boven de uitgifteprijs (al dan niet
op de eindvervaldag).
Naar Belgisch fiscaal recht wordt daarnaast ook als “interest” beschouwd: het pro rata gedeelte van de verlopen
interesten ingeval van een “tussentijdse” verkoop (d.w.z. een verkoop tussen twee interestvervaldagen) van de
Obligaties aan een andere persoon dan de Uitgevende Instelling. Deze vorm van “interest” is niet onderworpen aan
54