Page 23 - KPMG-Meijburg-Eindejaarstips 2015
P. 23

4.Privé                                                                                                                                    23

4.1 Boxhopping

Voorkom tijdelijke vermogensverschuivingen tussen box 3 (sparen en beleggen) en box 1
(werk en woning) en box 2 (aanmerkelijk belang). Een vermogensbestanddeel dat gedurende
een periode van niet meer dan drie achtereenvolgende maanden deel uitmaakt van box 1 of 2
(en zowel daarvoor als daarna van box 3), wordt ook in box 3 in aanmerking genomen als in die
periode een peildatum ligt voor box 3. Voor een periode van vier tot zes maanden geldt in
eerste instantie hetzelfde, behalve wanneer u aannemelijk kunt maken dat u hebt gehandeld
uit zakelijke overwegingen.

4.2 Persoonsgebonden aftrek

De persoonsgebonden aftrek, waaronder giften, alimentatie, zorgkosten en scholingsuitgaven,
komt in mindering op het inkomen in box 1. Een eventueel restant is aftrekbaar van het
inkomen in box 3 (tarief 30%) en vervolgens van het inkomen in box 2 (tarief 25%). Stem uw
inkomen en aftrek zo veel mogelijk op elkaar af.

4.3 Betalingsmoment

Doet u aan het einde van het jaar nog betalingen, houdt u dan rekening met het
betalingsmoment. Meestal geldt dat een betaling is gedaan op het moment waarop deze is
bijgeschreven op de rekening van de ontvangende partij. Voor de inkomstenbelasting heeft de
Hoge Raad echter uitgemaakt dat de betaling van aftrekbare bedragen heeft plaatsgevonden
op de dag waarop de bank het bedrag heeft afgeschreven van de rekening van de
belastingplichtige.
Voor onder meer de resultaten uit overige werkzaamheden, waaronder ook de
terbeschikkingstellingsregeling (zie onderdeel 4.15), geldt in beginsel het winstregime. Daarbij
worden inkomsten en uitgaven toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Het
moment van betaling speelt dan geen rol.

4.4 Toerekening inkomensbestanddelen bij partners

Sommige (negatieve) inkomensbestanddelen mogen willekeurig worden toegerekend aan
partners. De persoonsgebonden aftrek en de inkomsten uit de eigen woning zijn hiervan
belangrijke voorbeelden. Stem dit af op de niet-overdraagbare inkomensbestanddelen, maar
vergeet hierbij niet de nieuwe regels omtrent fiscaal partnerschap in ogenschouw te nemen
(zie onderdeel 4.5)

4.5 Fiscaal partnerschap 2015

Ongehuwd samenwonenden die allebei op hetzelfde woonadres in de gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens (GBA) staan ingeschreven, zijn fiscale partners als aan
een of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Zij hebben een notarieel samenlevingscontract gesloten.
• Zij hebben samen een kind.
• Een van de partners heeft een kind en de ander heeft dit kind erkend.
• Zij zijn aangemeld als partners voor een pensioenregeling.

                                 © 2015 Meijburg & Co, Belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen,
                                 staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348 en is aangesloten bij KPMG International
                                 Cooperative (’KPMG International’), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.
   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28