Page 39 - Promemorie 2024
P. 39

3.3.3    Tabel forfaitaire waarderingen


                    Loon in natura zonder nihilwaardering, normbedragen   2024   2023        2022
                    voor:
                                                                     EUR         EUR          EUR

                    Maaltijden op de werkplek                        3,90        3,55         3,35
                    Huisvesting en inwoning, per dag                 6,70        6,10         5,75
                                               1)
                    Kinderopvang op de werkplek                    variabel     variabel    variabel
                                            2)
                   1)   Inclusief energie, water en bewassing. Niet van toepassing wanneer het redelijkerwijs niet
                      mogelijk is dat de werknemer zich aan deze voorziening kan onttrekken.
                   2)   De waarde van door de inhoudingsplichtige verrichte kinderopvang waarvoor aanspraak kan
                      worden gemaakt op kinderopvangtoeslag of een vergoeding van de gemeente of het UWV wordt
                      gesteld op het aantal uren kinderopvang maal de door de overheid vastgestelde uurprijs.



          3.3.4    Tabel intermediaire kosten


                    Vergoedingen voor intermediaire kosten zijn vergoedingen voor bedragen die de werknemer
                    meestal in opdracht en voor rekening van de werkgever voorschiet voor:
                       •  zaken die tot het vermogen van het bedrijf gaan horen;
                       •  zaken die tot het vermogen van het bedrijf horen en die aan de werknemer ter beschikking
                          zijn gesteld;
                       •  kosten die specifiek samenhangen met de bedrijfsvoering en niet met het functioneren van
                          de werknemer, zoals kosten die de werknemer maakt voor externe representatie van het
                          bedrijf.





          3.3.5    Gebruikelijkheidscriterium
                   Op grond van het per 1 januari 2016 aangescherpte gebruikelijkheidscriterium mag
                   de omvang van de als eindheffingsbestanddeel aangewezen vergoedingen en
                   verstrekkingen niet in belangrijke mate (30% of meer) afwijken van de omvang van
                   de vergoedingen en verstrekkingen die in de regel in vergelijkbare omstandigheden
                   als eindheffingsbestanddeel worden aangewezen. Het gaat er bij het
                   gebruikelijkheidscriterium om dat het gebruikelijk is dat de werkgever de eventueel
                   verschuldigde loonheffing over de vergoedingen of verstrekkingen via de
                   eindheffing voor zijn rekening neemt. De Belastingdienst beschouwt vergoedingen,
                   verstrekkingen of terbeschikkingstellingen van maximaal EUR 2.400 (2023 en 2022:
                   eveneens EUR 2.400) in totaal per persoon per jaar in ieder geval als gebruikelijk.
                   De afwijking van 30% geldt niet voor dit bedrag.

















                   37                      januari    2 0 2 4   © 2024 Meijburg & Co is een Nederlandse maatschap van besloten vennootschappen, staat ingeschreven
                                                                in het Handelsregister onder nummer 53753348 en is aangesloten bij de wereldwijde KPMG organisatie
                                                                van onafhankelijke entiteiten verbonden aan KPMG International Limited, een Engelse private company
                                                                limited by guarantee. Alle rechten voorbehouden.
   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44