Page 13 - KPMG Eindejaarstips 2016-2
P. 13
1.31 Ontslagvergoeding
Onder omstandigheden is het mogelijk dat de ontslaguitkering aan een werknemer wordt gezien als een
regeling voor vervroegde uittreding of dat deze als excessief wordt bestempeld. De werkgever kan dan
worden geconfronteerd met een strafheffing op het gebied van de loonheffing van 52% respectievelijk
75% berekend over de ontslagvergoeding. Overleg met uw adviseur in welke gevallen bij u de mogelijke
strafheffing aan de orde is bij lopende ontslagsituaties.
1.32 G-rekening
Vrijwaring voor u als inlener of aannemer van de inleners- of ketenaansprakelijkheid is alleen nog mogelijk
als u een deel van de factuursom stort op een geblokkeerde rekening (G-rekening) van de uitlener of de
onderaannemer bij een bank. De mogelijkheid om voor de inleners- of ketenaansprakelijkheid vrijwarend te
storten op de zogeheten WKA-depots van de Belastingdienst (WKA staat voor Wet ketenaansprakelijkheid)
is met ingang van 1 januari 2016 vervallen.
1.33 Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA)
Met ingang van 1 mei 2016 is als gevolg van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA)
de verklaring arbeidsrelatie (VAR) afgeschaft. De Wet DBA voorziet in een vrijwaring voor de inhouding van
loonheffingen van opdrachtgevers op de beloning aan opdrachtnemers. De vrijwaring geldt alleen als de
overeenkomst met de opdrachtnemer aan de Belastingdienst is voorgelegd, of als gebruik is gemaakt van
de modelovereenkomsten die op de website van de Belastingdienst zijn geplaatst. Door gebruik te maken
van de modelovereenkomsten hebben opdrachtgever en opdrachtnemer de zekerheid dat er geen
inhoudingsplicht voor de loonheffingen bestaat. De vrijwaring geldt alleen en voor zolang ook feitelijk
volgens de goedgekeurde (model)overeenkomst wordt gewerkt. De Wet DBA beperkt zich uitsluitend tot
het oordeel of voor de arbeidsverhouding een inhoudingsplicht bestaat voor de loonheffingen.
De staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven dat hij de implementatiefase verlengt van 1 mei 2017
tot 1 januari 2018. Het is zaak dat u voor die tijd ervoor zorgt dat de overeenkomsten met uw
opdrachtnemers de toets kunnen doorstaan.
Voor commissarissen geldt dat zij van 1 mei 2016 tot en met 31 december 2016 samen met de
vennootschap waar de commissaris toezicht houdt kunnen kiezen om de fictieve dienstbetrekking voor de
commissaris niet toe te passen. Er bestaat aldus geen inhoudingsplicht meer, zie ook onderdeel 5.3.
© 2016 Meijburg & Co, Belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen, 13
staat ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 53753348 en is aangesloten bij KPMG
International Cooperative ("KPMG International"), een Zwitserse entiteit. Alle rechten voorbehouden.